Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/2081

2081 Goddelijke leiding

20 september 1941: Boek 30

De weg omhoog is makkelijk en kan zonder inspanning gegaan worden, wanneer God Zelf de begeleider van de mens is. Dan zijn er geen hindernissen, want God leidt Zijn beschermelingen aan alle gevaren voorbij. Hij leidt hen door doornen en struikgewas, zonder dat ze hier aandacht aan schenken. Hij laat hen niet de verkeerde weg inslaan, maar Hij leidt hen zeker en snel naar het doel.

De weg omhoog is alleen dan maar moeilijk, als de mens deze alleen wil gaan. Dan bestaat er vaak het gevaar te struikelen of van de juiste weg af te wijken. Maar zodra hij zich aan de goddelijke leiding overgeeft, kan hij zonder twijfel over de aarde gaan. Zijn weg zal de juiste zijn, want als God als leider geroepen wordt, is Hij ook tot leiden bereid. Weliswaar onzichtbaar voor het lichamelijke oog, maar voortdurend werkzaam en voelbaar voor het hart van de mens, die nu zeker voortgaat, omdat hij weet dat God steeds bij hem is.

En waarheen zijn stap hem nu leidt, waarheen hij zijn voet zet, God Zelf heeft hem geleid en zodoende is alles goed, wat hij onderneemt. Het zal met de goddelijke wil overeenstemmen, want als hij zich zonder verzet aan God overgeeft, gaat de wil van God op hem over en moet hij dat uitvoeren, wat Gods wil is. En de mens hoeft zich geen zorgen meer te maken, want God bepaalt wat er vandaag en morgen gebeurt. Hij bepaalt de dag en het moment, dat er gebeurt, wat in Zijn wijze plan voorzien is.

Hij wijst de mensen aan, die hun missie moeten vervullen. Hij werkt op al degenen in, die hun wil blij aan Hem onderwerpen. Hij wijst hen niet tegen hun wil aan, maar degenen die bereidwillig zijn om Hem te dienen, voelen in hun hart de goddelijke wil en vervullen deze bereidwillig. Zodoende kan Hij van deze mensen gebruikmaken voor Zijn werkzaam zijn op aarde. Deze vervolgen vastberaden hun weg, omdat ze weten dat ze goddelijk geleid worden en ze zijn moedig en vol kracht.

Maar ze leiden hun medemensen ook naar de juiste weg, want degenen die onder goddelijke leiding staan, kennen ook hun opdracht. Ze proberen de medemensen te helpen en hen eveneens te bewegen om God tot leider te kiezen. En de weg van degene, die zo geleid door God opwaarts gaat, moet naar het doel leiden, naar het eeuwige vaderland, naar het vaderhuis. In het rijk, dat God in alle heerlijkheid voor Zijn kinderen bereid heeft.

Amen

Vertaald door Peter Schelling