2076 Zelfoverwinning – Veredeling van het wezen
18 september 1941: Boek 30
Zonder zelfoverwinning kan de mens niet tot de hoogte geraken, want enkel de mens die zichzelf overwint, die voortdurend vecht tegen het onedele in zijn wezen, zal zich zo vormen, dat hij de eeuwige Godheid kan naderen en deelachtig kan worden aan Haar liefde en genade. De verandering van zijn wezen moet hij zelf ten uitvoer brengen. Hij moet aan zichzelf werken en dus voor de hervorming van zijn ziel zorgdragen. Pas dan zal de geest uit God zich met de ziel kunnen verbinden.
Maar als dit moment, dat de vereniging van ziel en geest plaatsgevonden heeft, zich voorgedaan heeft, dan is ook duidelijk het werkzaam zijn van de geest te herkennen. Dan zet de geest in de mens deze tot actieve werkzaamheid voor God aan. Het streven van de mens betreft nu onafgebroken het geestelijke rijk, terwijl het aardse leven voor hem aan aantrekkingskracht verloren heeft.
Ofschoon hij de aardse werkzaamheid nog uitvoert, is toch zijn scheppingsdrift op de uitbreiding van het rijk van God op aarde gericht en de werkzaamheid hiervoor geeft hem innerlijke voldoening. Het geestelijke werk is nu de inhoud van zijn leven geworden en hij herkent nu ook de noodzaak voor de medemensen. Wat hij als waardevol herkend heeft, probeert hij nu eveneens op de medemensen over te dragen en dit voornemen vereist doorzettingsvermogen en weerstandsvermogen en kan dus alleen maar uitgevoerd worden door een mens, die het ernst is om God te dienen. Die de nood van de medemensen herkent. Die de grote verwijdering van de mensen kent en deze toestand op zou willen heffen.
En zijn bereidwilligheid om te dienen wordt aanvaard door God. Deze getuigt van de liefde voor God en de medemensen. Maar dit zal pas dan succes kunnen hebben, wanneer de geest uit God werkzaam is in de mens. Want pas dan is deze in staat om de medemens ophelderend te kunnen helpen, omdat hij anders niets geven kan, wat nuttig is voor die medemens. Want dan zal alleen maar de waarheid nuttig voor hem zijn en daarom moet degene die geven wil, kennis hebben.
Maar deze kennis wordt hem door de geest uit God gegeven, zodat hij het nu door kan geven aan degenen, die het willen ontvangen. Pas dan beginnen deze mensen zich eveneens naar de wil van God te vormen, hun wezen te veranderen en zich in staat te stellen de geest uit God te ontvangen. Want aan elke opwaartse ontwikkeling moet de hervorming van het menselijke wezen voorafgaan. Zonder dit is een uitrijpen van de ziel niet mogelijk.
Amen
Deze openbaring
als MP3 downloaden
Afdrukvoorbeeld
Kladschriften