Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/2068

2068 Aards leven-Proeftijd – Geestelijke rijkdom

12 september 1941: Boek 30

Slechts een korte tijd verblijft u op aarde en in deze korte tijd moet u kiezen welk leven u in de eeuwigheid leiden wil. Want uw aardse leven is bepalend voor de eeuwigheid. Het is alleen maar een proefbestaan en het ligt alleen aan u of u de proef doorstaat. Of u het aardse leven zo gebruikt, dat het u een leven in alle heerlijkheid in het geestelijke rijk oplevert, of dat uw lot treurig is.

Waarvoor u in het aardse leven kiest, zal u na het sterven ten deel vallen. Zodoende zal elk mens dan het loon oogsten voor het werk, dat hij op aarde verricht heeft. Aardse arbeid zal op aarde al beloond worden en dus niet geteld worden voor de eeuwigheid. Slechts alleen de geestelijke arbeid levert succes op voor de eeuwigheid, want de ziel neemt geestelijke goederen mee naar het geestelijke rijk, terwijl aardse arbeid en haar loon achterblijven als de ziel de aarde verlaat.

En wie niets kan laten zien aan geestelijke goederen heeft de proef niet doorstaan. Hij heeft het aardse leven niet benut. Hij is in geestelijke zin passief geweest, ofschoon hij op aarde rijk was aan de goederen van de wereld. Hij heeft het doel van zijn aardse leven niet begrepen en daarom niet bewust geleefd. De gang over de aarde heeft een geestelijk uitrijpen als doel. Maar als aardse vaardigheden ontwikkeld worden en er alleen maar waarde aan gehecht wordt hoe de mens aardse rijkdom kan verwerven, dan gaat de proeftijd voorbij zonder de mens tot inzicht gebracht te hebben.

Maar het verzuimde tijdens het aardse bestaan is nooit meer goed te maken en wat de mens op aarde verzuimd heeft, is in het hiernamaals nauwelijks meer in te halen. Het berouw in het hiernamaals is onbeschrijflijk, wanneer de ziel zichzelf arm en behoeftig terugvindt, waar ze helder en stralend de binnenkomst in het geestelijke rijk mee had kunnen maken.

Telkens weer wordt de mens in kennis gesteld van zijn opdracht en zijn doel, maar ongehoord sterven de woorden in de oren van de mensen weg, want ze zijn zich niet bewust van de draagwijdte van hun onverschilligheid. Zolang ze leven, denken ze niet aan hun opdracht, maar in het hiernamaals berouwen ze elke minuut, die ze ongebruikt voorbij hebben laten gaan.

Amen

Vertaald door Peter Schelling