Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/2066
2066 Bescherming van het zuivere woord van God tegen aardse maatregelen
11 september 1941: Boek 30
Het verlangen naar geestelijk voedsel is voorwaarde voor het ontvangen hiervan en als u gebrek lijdt, zult u hiernaar hongeren en dorsten. Denk hieraan, wanneer wereldse maatregelen tegen u gericht zijn en u alles lijkt te verliezen, wat u tot nog toe geestelijk voedsel bood. Denk eraan, dat het woord van God u kostbaarder aangeboden wordt, dan u het ooit heeft bezeten. Denk eraan, dat men u mensenwerk afnemen wil en dat u daarvoor het zuivere goddelijke woord van boven aangeboden wordt. Dat u dus niets verliest, maar iets dat veel kostbaarder is, ontvangt, maar dat u eerst een diep verlangen daarnaar moet voelen, voordat God Zelf u voedt.
U zult nog zwaar op de proef gesteld worden, zodat u beslissen moet bij welke geestelijke richting u aan wilt sluiten. En het zal niet gemakkelijk zijn om u dan uit te spreken voor Christus en Zijn woord met het oog hierop, dat Zijn woord voor de mensen ontoegankelijk gemaakt wordt en zelfs de gelovigen zullen beginnen te twijfelen, omdat God het laat gebeuren, dat Zijn woord gesmaad wordt. Maar Hij weet, waarom Hij het toelaat, want u verliest niets, maar wint eindeloos veel meer. Hij geeft u het niet-misvormde woord in alle zuiverheid en met het woord ook Zijn zegen.
En wie vurig naar het voedsel uit de hemel verlangt, zal zich daaraan mogen laven, want God is Zelf in het woord bij degenen, die verlangen naar Hem dragen. En dit woord zal Hij beschermen en het niet prijsgeven aan de boze wil van degenen die alles willen vernietigen, wat christelijk denken verraadt. Het woord, dat van boven komt, geeft weer kennis van Zijn wil. Het zal voor de mensen troost en kracht zijn in de zwaarste tijd. Het zal zich van mond tot mond verspreiden en het zal gretig opgenomen worden door degenen, die alles op moesten geven, wat tot dusver kostbaar goed voor hen was.
God kent deze tijd van nood en bereid Zich voor, doordat Hij in alle stilte laat ontstaan, wat de wereld van plan is te vernietigen. Wat op de aarde neerkomt, is van goddelijke oorsprong. Het is geestelijk goed, dat de wereld en haar aanhangers nooit kunnen vernietigen. Maar wat ze vernietigen, kan er geen aanspraak meer op maken de onvervalste en zuivere waarheid te zijn. Daarom verhindert God hun voornemen niet, want voordat dit plan bedacht werd, voorzag God de wil van de mens. En Hij bedenkt de mensen opnieuw met Zijn woord, opdat ze geen gebrek hoeven te lijden, wanneer de aardse macht hen in de komende tijd hiervan berooft.
Amen
Vertaald door Peter Schelling