Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/2063
2063 Vurig gebed – Indrukken van buitenaf – God is overal
10 september 1941: Boek 30
De wereld en haar gebruiken zullen helemaal niet veranderen. Alles wat een weldaad is voor de ogen of de zintuigen is een wapen van degene, die de wereld betekent en hij zal met dit wapen strijden, zolang de wereld bestaat. Alleen wie zich vrij maakt van zijn macht, zal zich ook vrij maken van de handelingen, die onbelangrijk zijn of hinderlijk zijn voor de ontwikkeling van de ziel. Het is de invloed van het kwaad, dat hij het gevoel voor waarheid en leugen verzwakt en dat ook strijdende mensen aan deze invloed onderhevig zijn, zolang hun wil alles ontkent, wat getuigenis aflegt van het werkzaam zijn van de tegenstander.
De onderrichtingen van boven geven wel een helder beeld en de mens zou zich dienovereenkomstig kunnen veranderen, maar zijn zinnen verlangen net zo lang naar indrukken van buitenaf, tot de van boven aangeboden waarheid zijn gehele denken en streven vervult. Pas dan heeft hij zich bevrijd van de eisen van de wereld en hij herkent deze als onbelangrijk en onbetekenend. Een gevaar vormen ze alleen maar, wanneer de mens ter wille van deze indrukken de innerlijke vorming veronachtzaamt. Wanneer het hem zwaar valt om zich in de gedachten te bevrijden. Wanneer hij aan het vervullen van uiterlijke handelingen zoveel waarde hecht en hij dan gehinderd wordt bij de innige vereniging met God. Dat wil zeggen wanneer het hem niet lukt om zich geheel ongevoelig te maken voor indrukken van buitenaf en zich naar binnen te keren en met God in verbinding te treden.
En dit is veel moeilijker in een omgeving, die voor de zintuigen bestemd is, dan als de mens zich in “zijn kamertje” terugtrekt, dus zonder invloed van buitenaf met God alleen is. De vurigheid van het gebed zal onmiskenbaar dieper zijn, waar alle indrukken van buitenaf wegvallen. Zodoende zal de vereniging met God makkelijker tot stand gebracht worden. Het moet duidelijk voor de mens zijn, dat God overal is, waar de mens bij Hem wil zijn. Dat er geen bepaalde plaats of een bepaalde omgeving nodig is om de vereniging met God te bewerkstelligen. Het moet duidelijk voor hem zijn, dat het God welgevalliger is, wanneer er op elk moment en elke plaats aan Hem gedacht wordt, want God zal overal zijn, waar de gedachten van de mens Hem zoeken. Maar het liefst dan aanwezig zijn, wanneer de mens afgesloten is van de hele wereld. Wanneer het hem lukt om alles rondom zich te vergeten. Dan vindt hij met gemak de brug, die naar het geestelijke rijk leidt, waarheen niets meegenomen kan worden, wat bij de wereld hoort.
Vurig bidden betekent zich losmaken van al het aardse en zich met het zuiver geestelijke verbinden. En zo is het begrijpelijk dat een vurig gebed in twijfel getrokken wordt, waar de ogen en de zintuigen te veel van wat van de wereld is, geboden wordt.
Amen
Vertaald door Peter Schelling