Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/2048

2048 Het onbevreesd verkondigen van het goddelijke woord – Buitengewone kracht

29 augustus 1941: Boek 30

Het is Gods wil dat geen andere macht gevreesd wordt, als het erom gaat de mensen Zijn woord te verkondigen. Er zullen tijden komen, waar dit op zijn strengst verboden wordt. Er zullen tijden komen, waar enkel in alle stilte en geheimzinnigheid het evangelie doorgegeven wordt, omdat de mensen de aardse macht vrezen en ze daarom aarzelend en angstig zijn. Wel zullen de mensen ook in alle stilte werken.

Maar als ze zich aan God ten dienste aanbieden, dan moeten ze ook God als de enige Heer erkennen en Hem zo dienen, dat ze luid en onbevreesd spreken en Zijn woord bekendmaken. Alleen dan zullen ze goede strijders van Christus zijn en voor Hem zielen aan de tegenstander ontworstelen. Het gebod van de naastenliefde is het grootste gebod en als er om de zielen van de medemensen gestreden wordt, is dit de ware liefde voor hen. En dit zal een tijd van strijd zijn, die moedige en God toegenegen strijders vereist, want de wereld zal zonder erbarmen handelen en geen geweldsmiddelen schuwen om de wil te buigen van degenen, die Christus navolgen en Hem belijden voor de wereld.

Maar in dezelfde mate zal de genade van God werkzaam zijn. Degenen die strijden, zullen dan door bovennatuurlijke kracht doorstroomd worden. Ze zullen geduldig op zich nemen, wat hun opgelegd wordt en hoe inniger ze zich met God verbinden, des te minder voelen ze de aardse nood of geseling van het lichaam. Want in deze tijd zal iedereen gezegend zijn, die zich aan God in eigendom geeft en hij zal dingen kunnen volbrengen, die buiten de aardse mogelijkheden liggen. En het vertrouwen op Gods hulp zal elke vrees en zorg verdrijven en de mens zal woorden hebben en antwoorden kunnen geven, zonder over zijn woorden na te denken. Want het is niet hij, die nu spreekt.

God benut de dienaren die Hem toegewijd zijn en werkt door hen. Hij spoort de wil van hen aan om zo te handelen en te spreken, zoals het Zijn wil is. Wat er ook gebeuren mag, God helpt degenen, die Zijn woord moeten verkondigen. Hij geeft u Zijn kracht. Hij geeft u kennis. Hij leidt ieder van uw schreden en ofschoon de aardse macht u dreigt te vernietigen, kan niets u gebeuren tegen Gods wil in. Hij heeft u een grote opdracht gegeven en zolang u ernaar streeft om uw taak te vervullen, werkt u in Zijn dienst.

En Hij is de Heer van de hemel en de aarde. Hij is de machtigste, waaraan alles onderworpen is. Hij kan in een ogenblik vernietigen, wat zich tegen Hem verzet en als Hij dit niet doet, dan brengt de liefde voor al Zijn schepselen Hem daartoe, want Hij vernietigt niet wat uit Hem voortgekomen is, maar Hij probeert hen voor eeuwig terug te winnen.

En daar heeft Hij mensen voor nodig, die onbevreesd optreden tegen degenen, die de vijandelijke macht toegedaan zijn. Het woord van God moet luid verkondigd worden. Het moet niet onderdrukt of in een kleine kring aangeboden worden, maar de wereld moet horen en herkennen, waar een sterk geloof toe in staat is. Ze moet beseffen dat er een macht is, die sterker is dan de aardse macht en dat de mens onaantastbaar is, als hij zich aan deze macht toevertrouwt. Want de wereld zal dingen beleven, die wel voldoende kunnen zijn om de mensen tot het geloof te bewegen, zodra hun wil goed is en ze naar de waarheid streven.

Amen

Vertaald door Peter Schelling