Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/2042

2042 Kracht van het goddelijke woord – Verzet

24 augustus 1941: Boek 30

Wat de mensen aan geestelijke gaven gegeven wordt, is buitengewoon waardevol en ophelderend in een tijd, waar dwaling en onwetendheid de mensen verhindert om juist te denken. De mensen verdwalen vaak in een opvatting, zonder daar een goede reden voor te kunnen geven. Maar ze houden er hardnekkig aan vast en het is moeilijk om hen daarvan te bevrijden of hun mening te weerleggen. Het is beter als ze zich geen mening gevormd hebben en hun nu de waarheid geboden kan worden, maar hen een al gevormde mening uit het hoofd te willen praten, stuit op hard verzet en blijft daarom vaak zonder resultaat.

Maar zodra hun geestelijke goederen geboden wordt, dat van boven naar de aarde gestuurd wordt, worden ook deze mensen achterdochtig, als ze er ernstig naar streven om in de waarheid te staan. Ze kunnen daar verstandsmatig niets tegen naar voren brengen en in hun hart spoort hun eigen stem hen aan om dit voor te staan en het is alleen maar van hun wil afhankelijk, dat ze geen verzet bieden en het goddelijke geschenk aannemen als een geschenk van God.

De kracht van het woord is onvoorstelbaar. Ze doorstroomt de mens, die zich aan zijn macht overgeeft en ze brengt ook tot stand, dat het verzet minder wordt, naarmate de mens het woord aandachtiger onderzoekt. En als eenmaal de innerlijke weerstand opgegeven wordt, wordt de kracht van het woord steeds sterker, tot ze hem uiteindelijk volledig weet te fascineren en dan wordt het verlangen daarnaar steeds groter. En nu begint het helder en licht te worden, want waar de weerstand overwonnen wordt, daar kan het woord met alle kracht werken. Door het woord wordt de waarheid verspreid en de onwetendheid en dwaling uitgebannen.

En steeds brengt God die mensen samen, die elkaar moeten helpen. Die ophelderend werkzaam zijn en de medemensen goddelijke geschenken moeten aanbieden, want Hij herkent de nood van de individuen en Hij weet welke middelen Hij moet gebruiken om hen te helpen. En als de mensen zich willen laten helpen, zullen ze in de kortst mogelijke tijd de duistere toestand ontvlucht zijn. Ze zullen inzien en naar de waarheid streven en daarom wordt deze hun geboden en zo dichtbij gebracht, dat ze deze zonder weerstand aannemen en God innig dankbaar zijn voor de verlichting van de geest. Ze moeten zich alleen maar laten leiden en niet eigenmachtig een andere weg willen gaan, want de geringste weerstand maakt de kracht van het goddelijke woord ineffectief en dan herkent de mens het niet, als de waarheid hem geboden wordt.

Amen

Vertaald door Peter Schelling