Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/2022

2022 Onbezorgdheid-Gevaar – Nadenken-Begin van een geestelijke invloed hebben

10 augustus 1941: Boek 30

Hetgeen voor het aardse leven nuttig is, is niet altijd bevorderend voor de ontwikkeling van de ziel, maar vaak leent het menselijke streven zich ervoor om het werk aan de ziel te verhinderen of ongunstig te beïnvloeden. En daarom moet de mens er begrip voor hebben, dat hem mislukkingen door het lot ten deel zullen vallen. Hij moet weten dat bij een voortdurend gunstige levenssituatie een bepaalde zorgeloosheid zich meester maakt van de ziel, zodat een geestelijk streven minder wordt en andersom het verlangen naar de wereld opnieuw ontwaakt of toeneemt. Juist die onbezorgdheid laat de mensen streven naar meer. Naar vervulling van het levensgenot, terwijl zorgen en gebrek het verlangen daarnaar afzwakken en de mens in het geestelijke opgaat.

De voortdurende strijd van de mens op aarde spoort hem tot nadenken aan en nadenken is het begin van de geestelijke verbinding en zodoende ook het begin van het hebben van geestelijke invloed. Door het nadenken begeeft de mens zich in de macht van de goede of boze krachten in het hiernamaals, al naar gelang het voorwerp, dat de aanleiding van zijn nadenken is. Als de mens nadenkt, dan is dit al zijn wil om opheldering te krijgen. Maar een zorgeloos leven brengt de mens dichter bij zoveel aardse zaken, die dan zijn gedachtegang in de verkeerde richting leiden.

Alleen als de mens geheel gebroken heeft met de wereld, als het geestelijke streven zijn gehele denken bezighoudt, dan kan hem een leven in zorgeloosheid ten deel vallen, want dan zal dit weinig aan zijn denken en streven veranderen en de arbeid aan zijn ziel zal geen onderbreking of ongunstige beïnvloeding te lijden hebben.

Wat jullie mensen ontstemt, zal vaak onnoemelijk zegenrijk zijn voor de ziel. Het geeft er toch aanleiding toe, dat de mens in zichzelf keert. In het bijzonder dan, wanneer hij zelf onder zijn ongenoegen lijdt. Dan zal hij zich rekenschap proberen te geven en, als hij eerlijk is tegenover zichzelf, ook bij zichzelf de oorzaak zoeken en dan de beste voornemens hebben om zichzelf te veranderen.

Het belangrijkste in het aardse leven blijft altijd het kennen van zichzelf. Hij moet zichzelf onbarmhartig aanpakken, de strengste kritiek uitoefenen en niet ophouden God om kracht te vragen voor de veredeling van zijn wezen. Dat is absoluut noodzakelijk voor de bewuste zielenarbeid. En als de mens zich onbezwaard voelt, wordt hij vaak zwakker. Maar een zwakker worden is een stagnatie, die veel eerder tot een achteruitgang dan tot een vooruitgang leidt. Het menselijke leven moet daarom de mensen, ter wille van de ontwikkeling van zijn ziel, teleurstellingen, mislukkingen of meer of minder zwaar leed en gebrek brengen.

Amen

Vertaald door Peter Schelling