Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/1946

1946 Zeldzaamheid van de overdracht van het goddelijke woord – Wilskracht

10 juni 1941: Boek 28

Maar weinig mensen zijn in staat zich in een toestand te brengen, die hen voor de toevoer van kracht uit God ontvankelijk zijn. Dat wil zeggen dit bewust in ontvangst te kunnen nemen. En daarom is de overdracht van het goddelijke woord eveneens maar zelden mogelijk, omdat de mensheid anders een zeker bewijs gebracht zou kunnen worden van de waarachtigheid van het ontvangen woord, omdat dit altijd en overal dezelfde inhoud zou bevatten. Maar slechts weinigen bereiden zich voor om naar de innerlijke stem te luisteren. En ze zullen daarom maar zelden geloof vinden onder de medemensen.

De overdracht van het goddelijke woord is een gebeurtenis, die de grootste wilskracht vereist, want alles wat van buiten op de mensen afstormt, moet ineffectief gemaakt worden. De mens moet als het ware uit een gedachtewereld ontsnappen, die een volledig andere richting heeft en zulke gedachten binnen laten stromen, die nog veraf liggen van de aardsgezinde mens. En deze daad vereist de grootste toewijding. Het is de vlucht naar het geestelijke rijk, die eerst verwezenlijkt moet worden, voordat de schatten opgegraven kunnen worden, die dit geestelijke rijk bevat.

Zodra de menselijke wil de vlucht naar de hoogte neemt, zal de bron van de waarheid zich in hem openen en het levende woord, de vorm geworden kracht van God, stroomt nu naar de mens toe en wordt door hem in ontvangst genomen. Talloze boodschappers van God zijn bereid om te geven en ze zouden hun kennis graag uitdelen. Ze zouden de onwetenden graag onderwijzen en waar ze een mens vinden, die bereidwillig is om op te nemen, leiden ze diens gedachten zo, dat deze zich in de waarheid bewegen.

De wezens worden er gelukkig van om iets goddelijks uit te mogen delen en daarom zijn ze onvermoeibaar, ofschoon dit een activiteit is, die het grootste geduld en de grootste liefde vereist. Maar zolang de wil van de mens naar de waarheid streeft, is er een verbinding tot stand gebracht, waar onuitputtelijk gebruik van gemaakt kan worden en de lichtwezens helpen de worstelende mens om de vlucht omhoog zo vaak mogelijk uit te voeren.

Want het geestelijke geschenk kan alleen daar in ontvangst genomen worden, waar haar oorsprong ligt: in het geestelijke rijk. Daarom moet de mens zich eerst bereidwillig van zijn aardse omgeving scheiden. Hij moet aardse gedachten uitschakelen en alleen naar geestelijke goederen verlangen. Dan zullen deze goederen hem onbeperkt gegeven worden, zolang de verbinding van de aarde met het geestelijke rijk in stand blijft. Want het is de wil van God, dat er gegeven wordt aan degene, die Zijn woord ontvangen wil.

Amen

Vertaald door Peter Schelling