Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/1929
1929 Doel van de voorspellingen over de komende ramp
23 mei 1941: Boek 28
Een zuiver geestelijke verbinding is de enige mogelijkheid om de sluier op te lichten, die God over alles uitgespreid heeft, wat nog in de toekomst ligt. Voor de mens moet zijn toekomstig lot verborgen blijven, zodat hij zich zonder beïnvloed te worden overeenkomstig de goddelijke wil kan vormen. Het zal nauwelijks nodig voor hem zijn, hem een komend gebeuren aan te kondigen, zolang het bereiken van de rijpheid van zijn ziel belangrijk voor hem is.
Maar als er aan dat laatste weinig aandacht geschonken wordt, dan loopt de mens het gevaar zijn leven niet nuttig te leven en hij moet op één of andere manier gewaarschuwd worden voor of opmerkzaam gemaakt worden op dit gevaar. Hem moet de mogelijkheid van een snel einde voor ogen gehouden worden en daardoor moet zijn verantwoordelijkheidsgevoel gewekt worden. En tegelijkertijd moet de duurzaamheid van dat, wat rondom hem is of zijn streven en denken vervult, in twijfel getrokken worden. Dus moet hem de mogelijkheid van een plotseling vergaan van het aardse bekendgemaakt worden, opdat hij de dwaalweg herkent, die hij nu neemt.
En daarom laat God de mensen een blik in de komende gebeurtenissen werpen. Hij maakt hun dat bekend, wat Hij in Zijn wijsheid besloten heeft ter wille van de redding van zulke mensen, die zich niet actief bezighouden met hun ziel. Hij brengt de mensen via een zuiver geestelijke verbinding op de hoogte, omdat het op een andere manier niet mogelijk is, want de vrijheid van de wil van de mensen mag niet beknot worden. De resultaten van een zuiver geestelijke verbinding kunnen geloofd worden, maar ze kunnen ook als ongeloofwaardig afgewezen worden, terwijl elke andere aankondiging, als deze door God Zelf op een duidelijke manier aan de mensen gegeven zou worden, ontzetting teweeg zou brengen en de mensen eerder onbekwaam zou maken voor een veranderde levenswandel.
De komende gebeurtenissen moeten de mensen op zo’n manier aangekondigd worden dat het hen vrijgelaten wordt om te geloven of niet. De mensen moeten wel gewaarschuwd worden, maar hen moet geen aanleiding gegeven worden tot een gedwongen verandering van levenswijze. Ze moeten alleen maar de mogelijkheid van een buitengewone gebeurtenis overwegen en zich hier overeenkomstig op instellen.
Dus moeten door God gewekte of uitverkozen mensen de berichten over zulke in de toekomst liggende gebeurtenissen via een zuiver geestelijke verbinding in ontvangst nemen en ze aan de medemensen doorgeven. Het staat hen nu volledig vrij om het te geloven en zich dienovereenkomstig voor te bereiden of het af te wijzen. Maar nooit laat God een buitengewone gebeurtenis over de mensheid komen, zonder hiervoor van tevoren gewaarschuwd te hebben. Hoe ongeloviger de mensen zijn en geen acht slaan op hun aardse taak, des te vreselijker zal de aankondiging van God in vervulling gaan.
De noodzaak van een goddelijk ingrijpen is op dit moment zo duidelijk herkenbaar. Toch wordt op de opwaartse ontwikkeling van de ziel geen acht geslagen en de mens leeft alleen nog maar voor zijn aardse taak, aardse vreugden en zijn lichamelijke welbehagen. Daarom zal hij ook zulke geestelijke aankondigingen afwijzen en ondanks waarschuwingen en vermaningen totaal onvoorbereid zijn, als hetgeen aangekondigd is in vervulling gaat, omdat ze met de waarheid overeenstemmen en in Gods opdracht van tevoren aan de mensheid gegeven werden. En daarom zal de voorspelling in de komende tijd in vervulling gaan. Een vreselijke natuurgebeurtenis zal de mensheid wakker schudden uit het trage erop los leven zonder geloof. Uit de geestelijke slaap en onnoemelijk gevaar voor de ziel.
Amen
Vertaald door Peter Schelling