Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/1898
1898 Goddelijke genade
26 april 1941: Boek 28
Zonder de goddelijke genade is de mens niet in staat om ook maar het minste voor zijn zielenheil te doen. De mens is zwak. Dat wil zeggen dat het hem aan elke kracht ontbreekt, zolang hij zonder God gaat. Hij kan zijn aardse leven wel leiden en dit ook met aards succes, maar zijn ziel vertrekt met lege handen, tot ze God om Zijn genade smeekt. Want de genade van God is kracht. Ze is de kracht die nodig is om dat uit te voeren, wat Gods wil is. God maakt de mensen dus Zijn wil bekend en tegelijkertijd het middel om Zijn wil te kunnen vervullen.
En de mens kan zonder grote inspanning zijn doel, de rijpheid van de ziel, bereiken wanneer hij dit wil. Maar dit staat hem volledig vrij. De wil om om de kracht te vragen, wordt niet gedwongen, maar de kracht kan de mens ook niet ongevraagd toegestuurd worden. De mens bereikt alles bij God, als hij maar vurig bidt. De genade van God zal hem daarom ook onbeperkt toegestuurd worden, omdat het Gods wil is dat de mensen een beroep doen op Zijn genade om de rijpheid van de ziel te kunnen verkrijgen.
Wanneer de mens nu het kostbaarste, de goddelijke genade, afwijst, dan bevindt zijn wil zich in de macht van de tegenstander, die de mens ervan wil weerhouden zich met God in verbinding te stellen. En als hij de genade van God afsmeekt, brengt hij de verbinding met God tot stand en dat betekent voor de tegenstander verloren terrein, want dan kan hij niet meer over de mens heersen. Maar voor de mens zelf betekent het de redding van het eeuwige verderf. Want van dat moment af aan staat God Zelf hem terzijde, omdat de mens door het gebed om genade zich aan Zijn kracht en macht toevertrouwd heeft en God zo’n vertrouwen nooit wil beschamen.
Als de mens steeds alleen maar de goddelijke genade afsmeekt, zal hij niet meer hoeven te vrezen voor zijn ziel, want God deelt Zijn genade onbeperkt uit aan degenen, die deze genade begeren en in geest en waarheid tot Hem bidden. Maar hij zal het degenen onthouden, die menen te verheven te zijn om de goddelijke Schepper om verlichting van hun aardse opdracht te vragen. Hun loon is de waardering van de wereld en ze geloven dus ook alles uit eigen kracht de baas te kunnen zijn. Het zal hen aan elke kracht ontbreken om iets te doen, wat geestelijk succes oplevert.
Daarentegen zal de geneigdheid naar de materie toenemen, want als ze geloven de genade van God niet nodig te hebben, dan zijn ze kinderen van satan, die al deze gedachten in het hart van de mens legt om de verwijdering van God te vergroten. En het zal ook gemakkelijke voor hem zijn om dat te bereiken.
In de genade van God te leven, verzekert hem het grootste succes, want nu doet de mens niets meer alleen, maar alles in overeenstemming met de goddelijke wil. Goddelijke genade betekent hulpverlening door God. Goddelijke genade is kracht en goddelijke genade is in zekere zin het uitvloeisel van de eindeloze liefde van God en waar deze in actie komt, daar moet geestelijk succes te noteren zijn. En vraag daarom voortdurend om goddelijke genade, opdat ze jullie toegestuurd kan worden, zodra jullie deze nodig hebben.
Amen
Vertaald door Peter Schelling