1853 Geen titel

19 maart 1941: Boek 28

Met het oog op de geestelijke nood daalt de Heer Zelf weer naar de aarde af om de mensheid te helpen. Dit is een bewijs van Zijn eindeloze liefde en barmhartigheid. Hij laat de mensen niet aan hun lot over, maar Hij probeert hen te redden uit de macht van de vijand. Het geloof daarin is de eerste voorwaarde om het van boven ontvangen woord als waarheid te kunnen accepteren. Bij degene, die het aan het geloof ontbreekt, kan ook geen ander bewijs van de waarheid gebracht worden.

Het is ook een teken van de tijd, dat degenen die Hem willen dienen, elkaar bestrijden en dat deze geloven Hem te dienen, als ze dit woord afwijzen en veroordelen. De liefde van God wordt onderwezen, maar waar deze zich uit, wordt het niet herkent. De woorden van de heilige schrift worden alleen maar met het verstand gelezen, maar niet met het hart en haar interpretatie wijkt daarom vaak geheel van de eigenlijke betekenis af.

En als God Zich over de mensheid erbarmt en haar geest naar het inzicht wil leiden, stuit Hij op harde tegenstand en de uitstroom van Zijn liefde wordt geminacht en, alsof het uit het rijk van de demonen stamt, afgewezen. En zo kan God Zich telkens weer openbaren, de wil van de mens verzet zich tegen Zijn liefde. De wil van de mens doet de werkzaamheid van het goddelijke woord teniet, want de liefde van God kan de mens niet opgedrongen worden. Ze moet in vrije wil als zodanig herkend worden. En daarom zal ook de kracht van het goddelijke woord in hen niet tot uitdrukking kunnen komen, want zijzelf verzetten zich tegen deze genezende kracht en laten zich niet door de goddelijke liefde grijpen.

En God oefent niet de minste dwang uit op de vrije wil van de mens. Deze mens is helemaal vrij in wat hij doet, denkt en spreekt. Toch zal degene, die zich overgevend aan Hem toevertrouwt en Hem om genade en kracht smeekt om het juiste te doen om de waarheid te herkennen, de stem van God herkennen. De wil om in de waarheid te staan en de wil om God te dienen, stelt de mens ook in staat om zonder vooroordeel te kunnen onderzoeken.

Maar deze wil moet aanwezig zijn, omdat anders een onderzoek met het juiste resultaat niet mogelijk is. Wat God aan de mens geeft, zal ook als waarheid herkend kunnen worden, zodra de mens God om een openbaring in de geest smeekt. Maar enkel hersenwerk is niet voldoende voor het onderzoeken van dat, wat alleen maar met de geest begrepen kan worden. Wat de geest uit God aan de geest in de mens geeft. Wie daarom onderzoekt zonder zich innig met God verbonden te hebben, zal nauwelijks in staat zijn om de waarheid van de leugen te onderscheiden en zijn beoordeling zal daarom niet waardevol zijn.

Amen

Vertaald door: Peter Schelling

Deze openbaring is niet opgenomen in de themaboekjes.

Downloads

Download-aanbod voor boek _book
 ePub  
 Kindle  
  Meer downloads

Deze openbaring

 als MP3 downloaden  
Afdrukvoorbeeld
 Kladschriften

Translations