Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/1852
1852 De kracht van het goddelijke woord – De strijd tegen Christus
18 maart 1941: Boek 28
De kracht van het goddelijke woord zal doordringen, wanneer de strijd tegen Christus met alle middelen gevoerd zal worden. De mens is nog een zekere vrijheid van denken gelaten, maar ook deze vrijheid zal de wereld willen onderdrukken, doordat het een einde wil maken aan elke geestelijke richting, die Jezus Christus als de Verlosser van de wereld aanvaardt, dus de mens opzettelijk elke kennis daarover onthouden wil. En dit leidt tot een openlijke strijd, die alleen maar met het zwaard van de mond uitgevochten kan worden.
Degene die moedig en zonder schroom de naam van Jezus uitspreekt en voor Hem opkomt, zal gevuld zijn met geest, ofschoon hij in het gevaar verkeert zijn leven te verliezen. En dan zal blijken dat het goddelijke woord werkelijk grote kracht heeft. Het zal met ware gulzigheid opgenomen worden, waar het de mens bekendgemaakt wordt. Degene die het hoort, zal de kracht in zich gewaarworden en dit zal hem waarlijk goed doen, want de mens lijdt gebrek als niet God Zelf Zich om hem bekommert.
Het zuivere woord van God, weergegeven door mensen die het rechtstreeks van Hem ontvangen hebben, zal zo overtuigend en effectief klinken voor degenen, die Jezus Christus in het hart dragen en toch niet in staat zijn zich geheel van de wereld te scheiden. Ze zullen tot zuiverheid van het denken komen als hun het goddelijke woord gepredikt wordt, want God heeft dit woord Zijn kracht gegeven, zodat degene die het gewillig hoort en in zijn hart opneemt, door deze kracht doorstroomd zal worden en bovendien alleen nog maar voor dit woord opkomt. En dan zal blijken, dat niets daarvan weerlegd kan worden. Dat onvoorwaardelijk alles aangenomen kan worden, wat door de dragers van dit woord aan de mensheid gegeven zal worden.
De aanhangers van Christus kunnen zonder het woord van God niet zegerijk uit deze strijd tevoorschijn komen, maar waar de zuivere waarheid, het licht uit de hemel, onderwezen wordt, zal wel geestelijke overmacht zijn. De dragers van deze goddelijke waarheid zullen niets weerlegd kunnen worden. Ze zullen elke onduidelijkheid laten zien, elke dwaling belichten en elke onwaarheid brandmerken en zodoende zullen ze ook vervolgd worden door de vertegenwoordigers van de God vijandelijk gezinde macht. Ze zullen elkaar vinden en gemeenschappelijk werken. En geen aardse macht zal tegen hen stand kunnen houden, want God Zelf is met de strijders en de overwinning zal waarlijk daar zijn, waar de waarheid, het geschenk van God, herkend wordt, als het heiligste goed bewaard wordt en er voor de wereld duidelijk voor op zal worden gekomen.
Amen
Vertaald door Peter Schelling