Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/1805
1805 De leer van Christus – Het vervullen van de tien geboden – Het gebod van de liefde
9 februari 1941: Boek 27
Zelden is de mens tot het aannemen van een leer te bewegen, die hem lastig lijkt en daarom moet deze leer hem zo aangeboden worden, dat elke wanklank vermeden wordt. Ze moet eerst eens objectief gestaafd worden en de mens moet inzien, dat enkel de liefde van God zo’n leer ter wille van de eigen veredeling van de mens geeft.
Het wordt de mens getoond, wat hij moet doen en hoe hij moet zijn om volmaakt te worden. Hij moet onderwezen worden. En hem moeten geboden gegeven worden en hij moet zich bereidwillig onderwerpen aan alles wat geëist wordt. Dan is de leer van boven succesvol. Dan levert het hem op, wat haar doel is, de rijpheidsgraad van de ziel, die voor het binnengaan in het eeuwige leven de voorwaarde is.
De leer van Christus omvat nu alle geboden en de vervulling ervan draagt bij aan het vormen van de ziel volgens Gods wil. De mensen worden richtlijnen gegeven, waaraan ze zich moeten houden. Ze worden door God onderwezen over wat goed en wat verkeerd is, wat ze moeten doen en wat ze moeten laten. En als ze nu een God welgevallig leven willen leiden, als ze Hem willen dienen, Zijn liefde verkrijgen, dan moeten ze zich precies aan de vervulling van deze geboden houden, ook wanneer deze geboden hen niet bijzonder bevalt.
Steeds zal voor het vervullen van Gods geboden zelfbeheersing nodig zijn. Het zal zelfverloochening of zelfoverwinning vereisen en steeds zal de mens iets op moeten geven, als hij de goddelijke geboden geheel en al wil vervullen. Want steeds betekent het vervullen van de geboden zelfverloochening.
God heeft deze geboden uitgevaardigd, omdat de mensen juist het tegendeel nastreven van wat God wil en Hij brengt dit door Zijn geboden tot uitdrukking. Zodoende moet Hij de mensen een bepaalde dwang opleggen. Ze moeten als het ware tegen een sterk verlangen in hen strijden, wat ze echter niet zouden doen, als het niet door God verlangd zou worden en het gevolg daarvan zou zijn, dat ze aan het innerlijke verlangen toe zouden geven en hun staat van rijpheid zou dan uitermate veel gevaar lopen.
God heeft al Zijn geboden vastgelegd en voor de mensen is het noodzakelijk om deze in acht te nemen. Hij heeft deze geboden samengevat in Zijn gebod van de liefde: God boven alles lief te hebben en de naaste als zichzelf. Degene die deze geboden trouw vervult, zal vanzelf alles doen, wat God de mensen door de tien geboden gebiedt te doen.
En zo zal de goddelijke leer steeds alleen maar tot liefde manen en wie zich inspant om in de liefde te leven, die leeft ook geheel overeenkomstig de goddelijke leer. Hem zullen niet veel geboden gegeven hoeven te worden, want hij zal vanuit zichzelf, omdat hij in de liefde leeft, elk mens ook zijn liefde schenken. Hij zal voor alles terugschrikken, wat tegen de goddelijke geboden ingaat. Want omdat hij zich al tot liefde gevormd heeft, kan hij ook niet anders dan liefde geven en zijn leven steeds overeenkomstig de goddelijke leer leven.
Amen
Vertaald door Peter Schelling