Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/1768
1768 Brug van de aarde naar het hiernamaals
7 januari 1941: Boek 27
Er wordt zelden gebruik gemaakt van de brug, die van de aarde naar het hiernamaals gaat en die zou toch de meest natuurlijke weg naar God zijn. Het bewustzijn van de afstand tot God werd de mensen zo begrijpelijk gemaakt, dat ze Hem nu ook alleen maar in de verte zoeken. Ze veroorzaken daardoor voor zichzelf een nog grotere afstand, doordat ze elke mogelijkheid om Hem te kunnen naderen, afwijzen. Dat wil zeggen dat ze elke opheldering daarover voor ongeloofwaardig houden. Het lijkt hen veel geloofwaardiger, dat God geen acht slaat op Zijn kleine schepselen. Dat ze alleen maar Zijn schepping voor korte tijd bewonen en dat de eeuwige Godheid te verheven is, om Zich te willen bekommeren om de mensenkinderen op die manier, dat Ze Zich met hen verbindt. Maar zulke verbindingen kunnen alleen maar dan tot stand komen, wanneer het geloof daarin aanwezig is. Die brug heeft Jezus Christus door Zijn verlossingswerk Zelf vanaf het eeuwige rijk naar de aarde geslagen en iedereen, die naar God en naar deze regionen verlangt, waar het ware vaderland van zijn geest is, mag deze brug betreden.
Maar hoe zelden wordt de brug betreden. Ze wordt niet als zodanig herkend en op de genade, die Jezus voor de mensen verworven heeft, wordt geen acht geslagen en er wordt niet naar verlangd. Onophoudelijk proberen de wezens in het hiernamaals de mensen daarheen te leiden. Ze proberen hun gedachten naar boven te leiden en willen zo met hen in verbinding treden om hen nu op de grote genade opmerkzaam te maken en in hen het verlangen op te wekken om zelf met God te spreken. Want dan hebben ze de brug betreden, die van de aarde naar het hiernamaals leidt.
Elk gebed is een bewust verbinden met God. Het is de stille dialoog van het kind met zijn Vader. Elke gedachte aan het hiernamaals is eveneens het betreden van deze brug, want waar de mens steeds verlangt naar geestelijke regionen, daar is een toegang tot deze brug, die door de goddelijke wil het hiernamaals met de aarde verbindt. En het is op geen enkele manier aanmatigend om de weg naar de Vader rechtstreeks te willen gaan. Hij zal Zijn kind, dat in gelovig vertrouwen de weg naar Hem genomen heeft, tegemoetkomen, want Hij is in de nabijheid van degenen, die ernaar verlangen in Zijn nabijheid te zijn en Hij is ver verwijderd van degenen, die menen ver van Hem verwijderd te zijn. Het geloof brengt de verbinding tot stand. Er waar er geen geloof is, waar aan de mogelijkheid van een verbinding getwijfeld wordt, daar richt de mens voor zichzelf een barrière op. Voor hem is de verbinding ook niet mogelijk.
Maar wat een zegen betekent het voor de mensheid als God Zelf duidelijk naar de aarde afdaalt en de brug duidelijk kenbaar maakt, opdat de mens de weg naar het geloof makkelijker vindt, als hij maar de juiste wil daartoe heeft. Hij geeft steeds weer bewijzen van Zijn zorg, die Zijn schepselen betreft. Hij wil hun verkeerde opvatting, dat Hij onbereikbaar is voor de mensen, tenietdoen. Hij dingt naar hun liefde, omdat Hij hen met Zijn liefde gelukkig zou willen maken.
En zodoende maakt Hij Zich op een duidelijke manier bekend en maant Hij hen om dezelfde weg te gaan. De brug te gebruiken, die naar Hem leidt, die Hij in Zijn enorme liefde, goedheid en barmhartigheid vanuit het eeuwige rijk naar de aarde geslagen heeft om voor hen de lange pelgrimstocht op aarde in te korten, want het verblijf in geestelijke streken onttrekt hen in zekere zin aan het aardse leven.
Amen
Vertaald door Peter Schelling