Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/1604

1604 Aardse zorgen – Ontbrekend geloof en vertrouwen

9 september 1940: Boek 25

De mensen kwellen zichzelf ten onrechte met zorgen, wanneer ze voor hun lichamelijk welzijn vrezen en ze ontnemen zichzelf daardoor de bekwaamheid om het werk aan hun ziel te volbrengen. Het is dus onbelangrijk hoe het lichaam zijn leven op deze aarde doorbrengt. Daarentegen is het wel belangrijk welke vooruitgang de ziel boekt en daarom moet jouw hele zorg enkel de ziel betreffen. En ofschoon het er ook op lijkt, dat juist het lichaam in nood verkeert, is een gebed, dat vol vertrouwen naar de Vader in de hemel gestuurd wordt, voldoende en elke nood zal opgeheven worden. Maar dat is het, wat jou ontbreekt. Het geloof dat Eén je kan helpen en dat Diens liefde zo groot is, dat Hij je helpen wil.

Als je echter niet gelooft, beroof je jezelf van deze hulp. De mens moet weten dat alles, leed en vreugde, geluk en tegenspoed, door de hemelse Vader aan Zijn kind opgelegd wordt en dat alles een beproeving is om diens geloof te versterken. Pas wanneer je alles als Gods beschikking beschouwt, zal in jou het geloof sterk worden en je zult jezelf en je zorgen aan de hemelse Vader toevertrouwen en Hem vragen ze van je weg te nemen.

Niets gebeurt tegen de goddelijke wil. God weet overal van en dit besef zal je stil en berustend laten dragen, wat God je stuurt.

Amen

Vertaald door Peter Schelling