Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/1595
1595 Vervullen van de geboden van de naastenliefde zonder liefde
3 september 1940: Boek 25
Het gebod van de naastenliefde verplicht jullie wel tot handelingen, die de naaste dienen, maar als jullie deze handelingen alleen maar volbrengen, zonder in je het gevoel van liefde voor de naaste te voelen, dan spannen jullie je wel in om het goddelijke gebod te vervullen en deze goede wil van jullie zal wel gewaardeerd worden, maar zulke daden ontberen de verlossende kracht. Het is meer het gevolg van het feit dat jullie God vrezen, maar niet dat je Hem liefhebt. Dat jullie wel Zijn macht erkennen, maar niet Zijn liefde, goedheid en barmhartigheid.
Jullie zullen wel een machtige Heer vrezen, maar een lieve, goede en barmhartige Heer zullen jullie weer met alle vurigheid van het hart liefhebben. En zodoende erkennen jullie God alleen maar als de Wetgever. Jullie slaan wel acht op Zijn gebod, maar horen in dit woord niet de stem van liefde, die jullie immers enkel de kracht toe zou willen laten stromen, doordat ze jullie tot liefde maant.
De liefde is de enige weg, waarop jullie in het bezit van het kostbaarste, de kracht uit God, kunnen komen. Daarom moeten jullie eerst proberen dit gevoel in jullie op te wekken. Jullie moeten je naaste als je broeder beschouwen, die uit hetzelfde voortgekomen is als jij. Jullie moeten zijn lijden en zorgen voor ogen houden en met hem meevoelen en nu proberen dit lijden voor hem te verminderen. Jullie moeten de goddelijke geboden vervullen, omdat het hart jullie ertoe aanzet en jullie moeten je steeds indenken, dat jullie in dezelfde toestand verkeren. Dan zullen jullie medelijden hebben met de naaste en zijn lot proberen te verbeteren of het hem helpen dragen.
En dan kan jullie de kracht uit God toestromen. Jullie ontvangen de liefde, die jullie geven, duizendvoudig terug, want “met de maat waarmee gij meet, zul u weder gemeten worden”. En Gods liefde te mogen ontvangen, maakt jullie het leven gemakkelijk en jullie zullen met volle handen uit willen delen aan degenen, die gebrek lijden aan lichaam en ziel. Maar steeds moeten jullie de liefde in je ontsteken en alles uit vrije wil doen en niet alleen maar om jullie plicht te vervullen. Want elk in liefde volbracht werk wekt wederliefde op en heeft pas dan een verlossende uitwerking, als de liefde actief in hem wordt.
Amen
Vertaald door Peter Schelling