Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/1571

1571 Zelfverlossing – Liefde – Het opgeven van de wil

17 augustus 1940: Boek 25

Er kan geen verlossing zijn voor een wezen, dat zich niet aan de goddelijke wil onderwerpt. Weliswaar worden hem ook voortdurend aanwijzingen toegestuurd en het aandacht schenken hieraan, kan het naar de juiste weg leiden, wanneer het zich niet openlijk verzet. Er is geen andere mogelijkheid voor de zelfverlossing, dan door de onderwerping van de eigen wil, omdat deze toch de afval van God veroorzaakt heeft. Zolang het wezen zich verzet, zolang het gelooft sterker te zijn, zich dus nog weerspannig zou willen uiten, is een vrij worden uit de vorm onmogelijk.

Er leidt geen andere weg naar God, dan zich door te dienen te vormen tot een lichtwezen. En dienen in liefde is een zich bewust onderwerpen aan Degene, Die de eeuwige liefde Zelf is. De dienende mens zal steeds iets doen wat de medemensen tot zegen dient. Hij zal proberen de nood te verminderen, helpen het leed te dragen en hij zal zich inspannen om het lot van de medemens te verbeteren en zal steeds klaar voor hem staan.

En dit alles vereist liefde en bijgevolg zal hij dit werk met God verrichten, want al het handelen in liefde moet hem met de eeuwige liefde Zelf verbinden, omdat God Zelf in elk werk van liefde aanwezig is. En waar God is, heeft geen andere macht ruimte of macht. Zodoende is de mens van deze macht verlost, als hij maar met God verbonden is.

En met God verbonden te zijn, betekent alles doen, wat God hem voorschrijft te doen. Het betekent zijn eigen wil geheel op te geven en alleen de wil van God te laten gelden. Het betekent verder geheel en al in de goddelijke wil op te gaan. Alles uit te voeren, wat aan de zelfverlossing bijdraagt. Voor het lichaam en de ziel van zijn naasten te zorgen en God in de diepste liefde en deemoed te dienen.

Het zal het wezen vaak niet gemakkelijk vallen om te dienen, waar het liever zou heersen, maar de liefde voor God is de drijfveer voor elke dienst en deze liefde geeft hem kracht. Want als de mens in liefde voor God ontbrandt, grijpt de goddelijke liefde het mensenkind net zo en het kind wordt deze liefde gewaar door een toenemend verlangen naar Hem. En het dient steeds vrolijker, naarmate het door de liefde met God verbonden is.

Amen

Vertaald door Peter Schelling