1569 Met het verstand onderzoeken – Gelovigen en ongelovigen
16 augustus 1940: Boek 25
Met hoe meer overgave de mens zich aan de zorg van God toevertrouwt, des te gemakkelijker zal zijn aardse leven zijn, want het is de wil van de Vader in de hemel, dat er altijd aan Hem gedacht wordt. Alleen zo kunnen jullie de kracht uit Hem in ontvangst nemen, die hij onbeperkt toe laat komen aan degene, die deze begeert. De mens onderzoekt vaak, waar een enkele vraag om opheldering uitsluitsel zou kunnen geven en toch zal hij ondanks verwijzingen naar onderricht van boven hier geen beroep op doen, omdat hij niet gelooft. En bijgevolg zal hij dwalen, want de juiste kennis zal hij zonder geloof niet vinden.
Het resultaat van de gelovige mens zal steeds van die van de ongelovige afwijken. Het zijn twee verschillende grondbeginselen, die ook verschillende resultaten opleveren. Nooit kan hetzelfde resultaat verwacht worden, wanneer ook de wil om te onderzoeken actief werkzaam is. Dat wil zeggen dat hij alleen maar zuiver verstandsmatig één of ander geestelijk vraagstuk op wil lossen.
Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen een mens, die het geloof afwijst en een mens, die nog zoekend en zwak in het geloof is, maar die tot geloven bereid is, als hetgeen hem onderwezen wordt, hem acceptabel lijkt. Deze mens vraagt, maar de ander beweert. Hij stelt verstandsmatig een leer samen en is volledig overtuigd van de waarheid hiervan. Hij heeft daarvoor echter niet in de geringste mate gebruik gemaakt van de goddelijke kracht, dus kan het resultaat ook geen goddelijke waarheid zijn, want de mens die niet aan God vraagt, is geenszins geheel zonder invloed van geestelijke kracht, maar de tegenstander leidt hem nu en steeds met een werkzaamheid, die tegen God gericht is. Daarom laat deze tegenstander ook niet toe, dat het menselijke denken zich nu in de waarheid bevindt, maar ze zal alles doen om het denken te verwarren.
Het verlangen naar de waarheid is ook meestal niet de beweegreden van zijn onderzoeken, maar het vooruitzicht op aards succes spoort hem ertoe aan om zijn verstand te gebruiken. Hij zoekt dus, bewust of onbewust, geen verbinding met wetende krachten, maar hij brengt zuiver verstandsmatig de resultaten van andere onderzoekers samen en stelt een nieuw beeld samen. Hij haalt de wijsheid niet bij de eeuwige Wijsheid Zelf, maar hij maakt zich de gedachtegang van andere eveneens dwalende zielen eigen en het eindresultaat moet onvermijdelijk ook dwaling zijn.
Amen
Deze openbaring
als MP3 downloaden
Afdrukvoorbeeld
Kladschriften