1563 Rijkdom en armoede in het hiernamaals
12 augustus 1940: Boek 25
Alleen dat, wat het stempel van de liefde draagt, is onvergankelijk. Want alleen wat in liefde geboren is, zal door tijd en eeuwigheid blijven bestaan. En daarom is het nutteloos iets op te willen bouwen, wat niet met het gebod van de liefde overeenstemt, want dit zal onvermijdelijk tot een einde komen en de kracht die God aan elk mens geeft, wordt misbruikt, als ze alleen maar gebruikt wordt voor handelingen, die elke liefde ontberen. Welk aards succes daar ook uit voortvloeit, het heeft geen blijvende waarde. Het gaat de weg van al het aardse: het vergaat.
En alleen een in liefde ontstaan werk is onverwoestbaar, want ofschoon ook het uiterlijk van zo’n werk schijnbaar vergankelijk is, alles wat in liefde gedaan wordt, heeft eeuwigheidswaarde. Het zijn de goede daden, die jullie in de eeuwigheid navolgen. Alleen die worden maar gewaardeerd, als al het aardse van de mens afgevallen is.
En pas nu kan de ziel van rijkdom of armoede spreken, want liefde en licht zijn één en degene, die op aarde in de liefde gewerkt heeft, wordt omgeven door een stralend licht. Hij herkent. Hij weet. Voor hem is plotseling de grote betekenis van het aardse leven en de gevolgen van een liefdevolle of liefdeloze gang over de aarde duidelijk en hij beseft dat alleen de liefde het enig verlossende in het aardse bestaan is.
Wat de mens zich aan aardse rijkdom verschaft, is een doen toenemen van dat, wat op aarde overwonnen moet worden. Hij heeft voor zijn stadium als mens al alle materie overwonnen. Dat wil zeggen zich bevrijdt uit elke vorm, weliswaar in een gedwongen toestand. En op aarde moet hij in een vrije toestand hetzelfde doen. Maar de hang naar het aardse is een verlangen naar dat, wat hij eerder al overwonnen had en dus een achteruitgang.
Maar tegelijkertijd is een verlangen naar bezit een gebrek aan liefde, want een liefhebbend mens wil geven aan degene, die hij liefheeft. Maar dit mens houdt alleen maar van zichzelf en van dat, wat hem tot voordeel strekt. Daarom is het een verkeerde liefde, die nooit een verlossende uitwerking heeft, die de mens als met ketenen aan de materie bindt. En dus betreffen alle zorgen alleen maar zijn lichaam, maar niet die van zijn ziel en aardse rijkdom moet zich in het hiernamaals in grote armoede veranderen, omdat alle liefde op aarde deze rijkdom betrof.
Maar aan de andere kant hoeft aardse rijkdom geen hindernis te zijn om liefhebbend werkzaam te zijn, voor zover hij het bereidwillig weg zal geven om de nood en de zorgen van de medemensen uit te bannen. Als het hart er niet verlangend aan hangt, maar hij dat, wat God hem gegeven heeft in liefde voor de medemensen gebruikt.
Al het denken en doen moet in de liefde geboren zijn. Dan heeft het op aarde de rijkste zegen tot gevolg en in het hiernamaals een leven in licht en gelukzaligheid.
Amen
Deze openbaring
als MP3 downloaden
Afdrukvoorbeeld
Kladschriften