1556 Liefhebben en lijden voor de medemensen
6 augustus 1940: Boek 25
De mens moet liefhebben en lijden, opdat hij vrijkomt uit iedere boei. Want de liefde verlost hem en in leed vindt de mens de weg naar God. Hij bevrijdt zich dus van de duistere macht en verbindt zich bewust met God als hij alle leed draagt voor de Heer. Jezus Christus nam alle leed en alle zondenschuld op Zijn schouders en gaf de mensheid daardoor de vrijheid van de geest terug. Als de mens nu hetzelfde doet, als hij ook in liefde het leed van de medemensen op zich neemt of hem helpt te dragen, zal de toestand van lijden beëindigd worden en wordt de mens dus in een zekere vrijheid geplaatst, want hij zal nu naar believen kunnen regeren en heersen.
Elke dwangtoestand is verbonden met belemmeringen, die deze werkzaamheid schaden. De vrije toestand is daarentegen gelukkig makend, omdat aan de drang tot werkzaamheid nu geen grenzen gesteld zijn. En daarom moet nagestreefd worden, dat de mens zichzelf in deze vrije toestand brengt, dat hij zichzelf door de liefde bevrijdt, doordat hij het leed van de medemensen beïnvloedt en meehelpt het te dragen.
Liefde en leed belichamen voor ons het lijden en sterven van Jezus aan het kruis. Alleen Zijn enorme liefde speelde het klaar om met vol bewustzijn de zondenschuld op Zich te nemen. Alleen de liefde nam bereidwillig het leed van de mensen op zich. Want de liefde van de Heiland was buitengewoon groot. De goddelijke Verlosser had medelijden met de mensheid en daarom nam Hij vlees en bloed aan om erkend onder de Zijnen werkzaam te zijn.
Hij wist van de geboeide toestand van de mensen en probeerde hen te helpen, doordat Hij voor hen leed en hen in Zijn eindeloze liefde tot Zich probeerde te leiden. Hij bracht hen door Zijn dood aan het kruis de geestelijke vrijheid en zodoende verloste Hij hen uit de gebonden toestand, die voorheen het lot was van degenen, die wel moeite deden voor een beschaafde levenswandel, maar te zwak waren om zich te kunnen ontworstelen aan de macht van de tegenstander. En hier dacht de Heer aan in Zijn liefde en stierf voor hen de bitterste dood aan het kruis om hen de vrijheid terug te geven, doordat Hij leed voor de mensheid.
En zo zal diegene aan het verlossingswerk deelhebben, die in liefde aan het leed van de medemensen denkt en dit leed bereidwillig en berustend op zich neemt om dat te ontlasten, wat ervoor bestemd is om het grootste leed te dragen. Steeds in liefde acht slaan op de naasten en diens lijden proberen te verminderen zal het grootste loon opleveren. Het goddelijke verlossingswerk wordt in zekere zin voortgezet, want het moment, dat voor de mens de grens getrokken wordt, is nog niet gekomen. Hij kan nog werkzaam zijn zonder onvrij te zijn. Hem is zowel de liefde als ook de genade van God in het hart gelegd of voor hem toegankelijk gemaakt, opdat hij liefhebbend werkzaam kan zijn en de goddelijke genade hem ook het lijden laat leren kennen, dat zijn wil aanspoort om hulpvaardig werkzaam te zijn.
Amen
Deze openbaring
als MP3 downloaden
Afdrukvoorbeeld
Kladschriften