Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/1519

1519 Misvormd denken – Op een verkeerd spoor

13 juli 1940: Boek 24

De geest uit God geeft jou een bekendmaking van enorm belang en Hij heeft daarom jouw gehele wil en een blij in ontvangst nemen van deze boodschap nodig.

Er zal weinig succes te boeken zijn bij degenen, van wie de gedachtegang op een verkeerd spoor zit en die toch de vaste overtuiging hebben in de waarheid en in de kennis te staan. En de Vader in de hemel wil hen helpen, want ze werden buiten hun schuld op een verkeerd pad gezet. Ze vertrouwden te veel op hun geestelijke leiders op aarde en lieten zich overeenkomstig hun wil leiden. Dit is weliswaar een zekere zwakte van de wil en een verkeerd gebruik van het eigen verstand, die God de mens voor de tijd op aarde gegeven heeft en die dit verstand als kracht moet gebruiken.

Maar omdat al in de vroegste jeugd onbevoegde mensen zich de gedachtegangen van zulke zwakkelingen meester maakten en hen dus naar eigen goeddunken leidden, werd de mens onvermijdelijk in een verkeerde gedachtenrichting gedwongen, waaruit hij zich moeilijk kan bevrijden, omdat eerstgenoemde mensen middelen en wegen vonden om een zekere geestelijke knechtschap op te leggen aan degenen, die aan hen toevertrouwd waren, die het eigen denken uit moesten schakelen, wat hen welkom was.

En de Heer erbarmt Zich over deze onderdrukten en probeert hen op verschillende manieren hulp te brengen, doordat Hij hen in de eerste plaats ertoe brengt om zelf na te gaan denken vanwege aardse nood. Hij probeert hun opheldering te geven en heeft duidelijk een nauwe verbinding met hen. Maar Hij eist van hen een bereidwillig tegemoetkomen, zodat ze hun vrije wil eveneens werkzaam laten worden.

Dit is absoluut noodzakelijk, omdat de vrije wil ook de misvormde leer in ontvangst nam en nu moet hij ook dat, wat hem aangeboden wordt, onderzoeken op zijn waarachtigheid en het dus aannemen of afwijzen. Want God kan Zijn rechtvaardigheidsgevoel niet uitschakelen. Hij moet de overtuiging van een ieder laten gelden. Omdat hij zich eerst door een vreemde macht liet beheersen, zijn eigen denken uitschakelde en onvoorwaardelijk aannam, wat hem aangeboden werd, moet God nu ook hetzelfde eisen voor de leringen, die Hij Zelf van boven aan de mensen aanbiedt.

Hij moet in zekere zin een tweede keer onderwezen worden en wel in een geheel nieuwe geestelijke richting. Maar hij moet nu zijn verstand gebruiken om dat, wat hem voorgelegd wordt, te onderzoeken. Als hij gelovig is, dus God in het hart draagt, dan zal hij ook spoedig beseffen aan welke zijde de waarheid zich bevindt. Als de wil om de waarheid te doorgronden in hem actief wordt, dan voorziet God hem ook van het scherpste verstandmatige denkvermogen en het zal hem lukken om zich te bevrijden van de dwang, die tot nog toe op hem uitgeoefend werd.

Er zijn ongelooflijk veel dwalingen ontstaan door juist deze beïnvloeding van de mensen door onwetende, aardse leerkrachten, die alleen in naam God wilden dienen en van deze beïnvloeding moet de mens zich onvoorwaardelijk bevrijden om nu zijn gedachten naar de zuivere waarheid toe te keren. De zeldzaamste gelegenheden kunnen er aanleiding toe zijn, dat de mens de onhoudbaarheid van die tot nog toe als waar beschouwde leringen leert inziet en, ofschoon ook enkel puur innerlijk, zich begint los te maken van dat, wat eeuwig alleen maar een hindernis voor hem is.

Als hij eenmaal zijn vergissing beseft heeft, dan komt nu het eigen verstand erbij en verhindert elke verdere beïnvloeding door verkeerde leringen. En dan heeft de mens, die de taak had om zijn denken te veranderen, het eenvoudig als de ander bereidwillig is. Maar het is ongelooflijk moeilijk, wanneer het de tegenstander al gelukt is om het denken van de mens geheel te verwarren, wanneer deze niet meer het goddelijk of menselijk werkzaam zijn kan onderscheiden, als hem het bewijs voor het eerste duidelijk gegeven wordt. God moet hem dan het zwaarste leed toesturen, opdat dit het gewenste resultaat oplevert en de mens zijn verstand goed gebruikt.

Amen

Vertaald door Peter Schelling