Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/1506

1506 Invloed van de lichtwezens op het denken

6 juli 1940: Boek 24

De gezamenlijke inspanningen van de goede geestelijke wezens zal een langzame verandering van het denken van de mensen, die van goede wil zijn en zich zonder tegenstand laten leiden, voor elkaar krijgen. Want zij letten op alle gebeurtenissen rondom zich en zoeken naar de opheldering hiervan, die hun nu in de gedachten gegeven wordt. Bovendien proberen de lichtwezens juist zulke bereidwillige mensen samen te brengen, opdat ze wederkerig geven en hun gedachten uitwisselen, hetgeen weer aanleiding is tot een actief nadenken en de mens dus steeds weer op de weg naar het inzicht geleid wordt.

Het is onvoorstelbaar waardevol, dat de mens zich geestelijk een bepaalde mening vormt, die nu door de geestelijke krachten in het hiernamaals passend ondersteund wordt en de mens dus de waarheid binnengeleid kan worden, voor zover hij zich niet tegen de inspanningen verzet. Wat de mensen nu in gedachten in overweging gegeven wordt, geeft hun op zo veel vragen antwoord of maakt een einde aan zo veel twijfel.

Het zal voor de mens steeds acceptabeler lijken, dus hij zal zich steeds bereidwilliger aan deze beïnvloeding via de gedachten overgeven en zijn denken zal zich langzaam zo veranderen, zoals het beantwoordt aan de goddelijke wil, die de mensen zijn wijsheid in overweging zou willen geven. Alle gebeurtenissen in het leven dragen daaraan bij, maar voorwaarde is, dat de mens geen weerstand biedt aan de onderrichtingen van boven.

De mensen, die steeds ontkennen, die elke gedachte onmiddellijk verwerpen, die steeds de meningen van anderen tegenspreken en zich nooit willen laten onderwijzen, zullen zich ook aan de invloed van deze wetende lichtwezens onttrekken en het zal de lichtwezens niet lukken om het denken van die mensen te veranderen. Want geestelijke weerstand is verkeerde wil en deze kan niet gebroken worden, maar moet zichzelf naar het goede toekeren.

Bijgevolg is de invloed van de lichtwezens op zulke mensen slechts gering, zolang de vrije wil zich daartegen verzet. En vaak kan zo’n mens tot een gevaar worden voor de anders bereidwillige medemens, wanneer deze instemt met de mening van degene die dwaalt en zich dus eveneens aan de invloed van de lichtwezens onttrekt. Maar deze lichtwezens worstelen met onvermoeibaar geduld om de zielen van degenen, die nog niet geheel vast staan en de liefde heeft zo’n kracht, dat het tot succes leidt.

Amen

Vertaald door Peter Schelling