Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/1495
1495 Geestelijke vervlakking van de tegenwoordige tijd – Geestelijk keerpunt
28 juni 1940: Boek 24
De geestelijke vervlakking van de tegenwoordige tijd vereist buitengewoon scherpe maatregelen voor de opheffing van deze vervlakking. En daarom is voorzien, dat ongewone verschijnselen, die het doel hebben een geestelijke verbinding met wetende krachten tot stand te brengen door vragen, die de eindeloosheid en het grote raadsel van de Godheid betreffen, in aantal toenemen. Deze verschijnselen zullen steeds uit de toon van het alledaagse vallen. Er worden schijnbaar bepaalde natuurwetten in de war gestuurd. Er gebeuren dingen, die aanleiding geven tot verschillende meningen en het denken van de mensheid wordt er bruut op gericht en ze spant zich in om de meest natuurlijke verklaring voor deze dingen te vinden.
Hoe bereidwilliger de mens is om God te erkennen en te belijden, des te dichter zal hij bij de waarheid zijn en dit verschijnsel spoedig goed begrijpen als een aanwijzing voor de komende tijd en het begin van een geestelijk keerpunt. Maar de mens, die niet de minste verbondenheid met God heeft, zal dit nauwelijks herkennen. Diens verstand zoekt een andere verklaring, die echter niet tot het juiste resultaat leidt.
Naar zijn mening is al het geestelijk verdiepen een overwonnen zienswijze en hij gelooft eerder, dat de tijd aangebroken is, die een eind aan al het geestelijke streven betekent. Hij probeert alles, wat voor hem onverklaarbaar is, zakelijk en verstandelijk te verklaren. Het voor te stellen als niet onderzochte natuurkrachten. En nu blijkt de noodzaak van een goddelijke zending, die zo’n verkeerd denken aan het wankelen brengt, dat wil zeggen het in zijn geheel verandert.
Maar dit kan ook niet dwangmatig bereikt worden en daarom moeten deze zendingen vanuit de natuurkrachten verondersteld worden. Ze moeten de mensen weer vrij laten beslissen, want op een in zekere zin gedwongen manier zou de verandering van het denken van de mensen niet van waarde zijn. Degene, die zich nu inspant om rechtvaardig te oordelen, zal de herkenning makkelijker vallen, want hij heeft de wil om werkzaam te zijn.
En de buitengewone zendingen zullen grote nood tot gevolg hebben en die nood zal de mens weer tot een ware gewaarwording dwingen. Ze moet elke onwaarheid van het denken uitsluiten, want juist in de nood wordt de mens genoodzaakt elke schijn en elke onwaarheid op te geven en alleen de zuivere waarheid na te streven. En dan is alleen het juiste denken mogelijk. Dan kunnen de gebeurtenissen nog onuitsprekelijk nuttig zijn, hetgeen alleen door de ziel herkend wordt. Deze zendingen zijn dan niet zonder succes aan hem voorbijgegaan, voor zover ze het menselijke denken veranderd en naar het eeuwig goddelijke toegekeerd heeft.
Amen
Vertaald door Peter Schelling