Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/1490
1490 Opwekking van licht en kracht - 1
25 juni 1940: Boek 24
Al het licht heeft een lichtbron nodig. Het moet dus op de één of andere manier opgewekt worden. Het veronderstelt dus een installatie, een zender, waar onophoudelijk iets werkzaam moet zijn om licht en hiermee ook kracht op te wekken. En bovendien moet deze licht- en krachtinstallatie aan een buitengewoon bedachtzame Leider onderworpen zijn, die de opgewekte kracht overeenkomstig de bestemming doorgeeft, dus aan haar eigenlijke toepassing toevoert.
Wanneer iets voortgebracht wordt, dan kan het niet zonder plan of ondoelmatig doorgegeven worden, maar het moet aan een doel beantwoorden en dus moet ook het product van een ononderbroken werkzaamheid naar zijn juiste bestemming geleid worden, omdat anders alle werkzaamheid nutteloos is en elke grondslag ontbeert. Zo wordt het licht nu eenmaal voortgebracht om de mensheid, die dit licht nodig heeft, te dienen, maar ook om de scheppende kracht, die de mensen onuitsprekelijke moeite bespaart of hen ondersteunt in de taak, die ze te vervullen hebben, en het streven om de medemensen weer te dienen voor de mensen toegankelijk te maken.
Het is dus in zekere zin een verlichting om de hun gestelde opdrachten te kunnen vervullen. Ze kunnen het werk, dat hun opgelegd is, moeiteloos uitvoeren en ze vervullen toch hun opdracht. Ze worden dus ontlast door het benutten van deze kracht, ofschoon ze gedienstig zijn. En ze zijn in staat al hun taken te vervullen door gebruikmaking van het licht, dat weer voor elke werkzaamheid nodig is. Dus licht en kracht zullen altijd noodzakelijk zijn, als aan een eis voldaan moet worden.
Deze in het aardse leven overal waarneembare gebeurtenis van het doen ontstaan en gebruiken van licht en kracht speelt zich in de oneindigheid op dezelfde manier af. Het is het licht, dat alles doorstroomt, het resultaat van ononderbroken werkzaamheid van talloze geestelijke wezens, die weliswaar niet uit werk bestaat, dat op een aardse manier voor te stellen is, maar in geestelijke werkzaamheid zijn verklaring vindt.
Licht en kracht stromen dus door deze wezens voortdurend het heelal in en het ontstaat in een krachtcentrale, die de eeuwige Schepper Zelf als baas heeft. Want Hijzelf is de opwekker en schenker van al het licht en alle kracht. Hij is de licht- en krachtbron. Van Hem gaat alles uit, wat ontstaan en bestaan betekent. En het wordt door talloze nauw met Hem verbonden wezens, die licht en kracht in ontvangst nemen en op al het zichtbare in de schepping overdragen, doorgegeven.
Amen
Vertaald door Peter Schelling