Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/1478
1478 Aardse nood - Gewelddadige ingreep - Levend geloof
18 juni 1940: Boek 24
Zonder een gewelddadig ingrijpen is een ommekeer van de mensen niet meer mogelijk. Want hun denken en streven is op een verkeerd doel gericht en de Geest uit God is daardoor aan banden gelegd, zodat een besef van de in gevaar gebrachte toestand bijna onmogelijk is. Uit eigen kracht kunnen ze dus niet meer overeind komen. Ze liggen gekluisterd op de grond en hebben een of andere hulp nodig. En deze kan hun alleen op die manier worden geboden, dat bliksemsnel de ingeving bij hen opkomt de verkeerde weg te zijn gegaan. En daartoe moet het denken van de mensen met geweld uit zijn gewone loop worden opgeschrikt.
Krachten moeten zich tegen de mensen keren, waarop ze tot nu toe niet hebben gerekend. En er moet hun onder ogen worden gebracht, wat voor een hulpeloos en machteloos schepsel de mens is, wanneer God Zijn hulp van hem terugtrekt. Ze moeten gedwongen in een situatie komen, waarin ze hun toevlucht nemen tot bidden, zodat hun dan merkbaar hulp kan worden geboden en zij in geloof en vertrouwen de weg naar God kunnen vinden, als ze maar gewillig zijn. Want anders vinden ze de terugweg naar het geloof niet. En daarom probeert God op deze manier nog het menselijke denken te veranderen. Alleen een toestand, die menselijk gezien hopeloos is, laat de mensen aan een hoger Wezen denken, als hij zulke gedachten tot nu toe heeft afgewezen.
Toch zal in veel gevallen ook deze wereldschokkende gebeurtenis tevergeefs zijn in geestelijk opzicht. De totaal verstokte aardse mens zal er geen enkele goddelijke beschikking in onderkennen. Hij zal het voor lief nemen, zonder zijn instelling tegenover God ook maar enigszins te veranderen. Hij zal God - als hij Hem nog erkent - vervloeken wegens de schijnbare onrechtvaardigheid, ofwel de Goddelijkheid totaal afwijzen. En voor dezen is er geen andere reddingsmethode meer. Ze zijn helemaal verloren voor eeuwige tijden.
Er wordt dus op geen enkele manier dwang uitgeoefend op het denken van de mensen, maar hun denken wordt alleen door buitengewone verschrikkingen en lijden in de juiste richting geleid. En het blijft geheel aan hen overgelaten, zich bevestigend of afwijzend op te stellen tegenover God. Maar de geringste wil naar God toe levert hun vergrote wilskracht op, zodat ze zeer goed de geestelijke vooruitgang kunnen verwezenlijken, wanneer slechts de gedachte aan God in hen levend wordt en zij de kracht van God afsmeken en verwachten.
God let op de geringste opwelling in het hart en Hij staat klaar met zijn gave van genade. Het wordt de mens dus in zekere zin gemakkelijk gemaakt het geloof in God terug te vinden. Maar de verschrikkingen en het leed moeten ertoe bijdragen de mens gewillig te maken. Want dan is de weerstand tegenover God niet zo groot als bij de geheel onbuigzame verstokte mens, die alleen zichzelf en zijn aards voordeel bedreigd ziet door het goddelijke ingrijpen en zich verzet tegen de Macht, Die een dergelijk gezag heeft.
Maar God probeert vooral diegenen te hulp te komen, wier godsdienst tot nu toe alleen vorm was en bij wie elke innerlijkheid ontbreekt. Hij wil hen helpen de innerlijke verbinding met het hoogste Wezen te vinden. Hij wil, dat ze zich aan Hem overgeven in alle vertrouwen, dat ze hun geloof, dat ze tot nu toe uiterlijk beleden, opnieuw bewijzen, doordat ze hun toevlucht zoeken bij Hem, Die ze tot nu toe nog niet echt erkenden. Hij geeft hun dus nu gelegenheid om dat, waarvoor ze tevoren uiterlijk zijn opgekomen, innerlijk te beleven en in daden om te zetten. Hij wil dus hun geloof tot een levend geloof maken, om hen nu ook te laten kennismaken met de kracht van een dergelijk geloof.
Hij wil dat ze zich nu innig aansluiten bij hun Vader in de Hemel, Die ze altijd alleen maar met lege woorden hebben aangeroepen. God wil in geest en in waarheid worden aangeroepen en deze nood op aarde zal veel mensen ertoe brengen zich in geest en waarheid te wenden tot Hem, Die alleen hulp kan brengen. En dan is voor dezen het aardse onheil tot zegen geworden, want ze zijn in verbinding getreden met hun Schepper en Deze zal hen nooit laten gaan. Hij leidt hun gedachten naar het juiste inzicht en Hij zal ze leiden door de duisternis naar het licht.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte