Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/1435

1435 Gebrek aan kracht – Gebed – Verzuchting

25 mei 1940: Boek 23

Het ontbreekt de mensen vaak aan de kracht om te leven en het komt daar uit voort, dat ze te weinig naar de kracht uit God verlangen, dat ze proberen om alles vanuit zichzelf meester te worden, maar tegen sterke weerstanden is hun eigen kracht niet toereikend en daarom moeten ze daar, waar elke gebeurtenis uit voortkomt, hulp zoeken. Of nu nood en bezorgdheid door eigen schuld over de mensen komt, of God Zelf hun het leed ter beproeving stuurt, steeds moet om de kracht uit God gevraagd worden, als deze nood moet verdwijnen.

Maar de mens heeft dit inzicht, dat God Zich alleen door leed te kennen wil geven, zodat de mens aan Hem denkt en toevlucht tot Hem neemt, verloren. De wil is buitengewoon verzwakt, zodat hij zich vaak onverschillig en zonder tegenstand door de noodsituatie laat overheersen, in plaats van al het moeilijke te willen bestrijden en daartoe aanspraak te maken op de hulp van God. Als God om hulp gevraagd wordt, zal het hem lukken om zich te bevrijden, zowel uit de lethargie van de geest, als uit de gevangenschap van de ziel. Want de wil om zichzelf te bevrijden, zal sterk worden. Steeds moet eerst het ergste kwaad uit de weg geruimd worden. De wil moet weer vrij worden uit de macht van de tegenstander, die hem gebonden heeft, daarna zal hij zich weer overeenkomstig de wil van God uiten.

En de mens moet in zijn grootste nood weer vanuit zichzelf tot de Vader komen. Hij moet bidden, want alleen het gebed in de geest en in de waarheid dringt tot God omhoog en alleen dit gebed kan door God vervuld worden. De zucht om kracht kan in de ergste noodsituatie naar de Vader omhoog gestuurd worden. Hoe inniger en dringender deze zucht naar de hoogte stijgt, des te zekerder zal hij verhoord worden. Want God wacht op deze roep, die uit het hart komt. God wil, dat het kind op aarde de handen verlangend naar Hem uitstrekt. Hij wil, dat het kind zijn eigen zwakheid inziet en zich vol overgave aan de Vader in de hemel overgeeft. Dat hij ernaar verlangt om een beroep te doen op Zijn liefde en genade. Hij wil, dat het in elke nood naar Hem komt, want Hij is bereidwillig om Zijn kracht uit te delen, als ze maar verlangd wordt.

Neem God op in jullie hart. Besef, dat Hij in jullie meest directe nabijheid is en alleen wacht, tot jullie hart zich naar Hem toekeert. Zoek Hem niet in de verte, open jullie hart en hoor Zijn stem. Hij spreekt tot jullie als een liefdevolle Vader en zal jullie troosten, als jullie je nood aan Hem voorleggen, want Hij is immers de liefde en deze liefde wil jullie helpen, maar jullie moeten naar haar levende geest verlangen. Jullie moeten op elk moment, bij elke handeling en in elke levenssituatie om kracht uit God vragen. Jullie moeten God vragen om verlossing uit de nood, waar jullie zelf de oorzaak van zijn, doordat jullie ook voor de tegenstander macht ingeruimd hebben en daardoor werd jullie wil verzwakt. Vraag God innig om verlossing uit zijn macht en jullie zullen werkelijk niet vergeefs vragen.

Amen

Vertaald door Peter Schelling