1421 Deemoed – Strijders van God – Gods wegen – Maaier
16 mei 1940: Boek 23
Degenen, die zich in deemoed buigen voor de Heer, worden door Hem aangenomen, want Hij deelt Zijn genade uit aan degenen, die zich aan Hem onderwerpen. En Hij buigt Zich liefdevol naar hen toe. Hij hoort het gebed van de benauwden, Hij hoort de zucht van de bedroefden en Hij wil hen bevrijden uit hun nood. Want een gelovig, deemoedig hart wekt Zijn welgevallen en derhalve verhoort Hij zijn smeken.
De wegen van de Heer zijn wonderbaarlijk. Hij leidt de harten, die voor Hem slaan, naar elkaar toe en als ze in innige liefde verbonden zijn, verlicht Hij hun geest in verkeert te midden van hen. Ze zullen in de waarheid staan, ze zullen het licht, dat hen verlicht, herkennen. Ze zullen de Heer in hun nabijheid gewaarworden en hun harten zullen jubelen en juichen vanwege het zichtbare genadebewijs van de goddelijke liefde. Want ze herkennen het genadebewijs en zijn vervuld van goddelijke kracht. En wat ze doen en zeggen, draagt de goddelijke wil in zich.
De ziel herkent de leiding van God en ze geeft zich bereidwillig over aan Zijn bescherming. En nu mag ze nooit meer bang zijn om niet te kunnen voldoen aan de wil van God, want met het inzicht wordt haar ook de kracht toegestuurd en spelenderwijs overwint ze alle hindernissen. En de Heer wil dus, dat jullie, die van gelijke geest zijn, elkaar vinden. Hij wil, dat jullie elkaar tot steun zijn, dat jullie je in het geloof met elkaar verbinden. Hij wil dat jullie elkaar trouw blijven tegen de vijand en in de geest van de Heer strijden.
Want Hij heeft bereidwillige strijders nodig. Hij heeft mensen nodig, die Hem toegenegen zijn, voor wie de leer van Christus niet slechts vorm, maar innerlijk leven betekent. Hij heeft mensenkinderen nodig, die gedienstig en uit liefde bereid zijn om elkaar te helpen in de zware strijd, die de wereld jullie nog bekendmaken zal. En Hij stelt voor Zichzelf Zijn leger samen en Zijn kleine schare zal succesvol voor de Heer strijden, want ze strijden met God en voor God.
De macht van God is werkelijk groot genoeg om de vijand te kunnen overwinnen, maar de tijd van rijpheid moet eerst gekomen zijn, voordat de maaiers aan het werk kunnen gaan. En daarom moeten jullie je voorbereiden op die tijd, wanneer de Heer jullie nodig heeft, opdat ten tijde van het oogsten, alles wat Hem dienen wil, er klaar voor is. Want er zijn waarlijk veel maaiers nodig, maar als God Zelf het werk leidt en bestuurt, zal het volbracht worden door de mensenkinderen, die ter ere van God willen dienen.
Amen
Deze openbaring
als MP3 downloaden
Afdrukvoorbeeld
Kladschriften