Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/1395
1395 Klinkend woord – Klankbodem – Instrument
27 april 1940: Boek 23
Er moet in zekere zin een klankbord beschikbaar zijn, als de toon hoorbaar moet weerklinken. En evenzo verhoudt het zich met de innerlijke stem, die altijd pas dan hoorbaar is, als de mens ontvankelijk is voor de fijne klank van de goddelijke stem. Eerst moet het instrument, het menselijke hart, als het ware de toon weergeven, die de goddelijke Meester Zelf laat klinken en waarvan de intense vurigheid en aangename klank het menselijke hart raakt. En al naargelang het instrument nu verzorgd wordt, des te lieflijker is de klank, die aan hem ontlokt wordt. En derhalve kan elk mensenkind het klinken van het goddelijke woord horen, als het maar bereidwillig zijn hart opent en ernaar verlangt om de goddelijke stem te horen.
En toch zal het maar heel zelden zijn, dat God op deze manier tot de mensen kan spreken. Want niemand verlangt er ernstig naar om van het goddelijke aanbod gebruik te maken, want de mens heeft niet het verlangen om te horen, wat de eeuwige Schepper hem overdragen wil. En zonder verlangen is het weer onmogelijk om de goddelijke waarheid toegankelijk voor hem te maken.
En bijna alle mensen bevinden zich momenteel in zo’n toestand. Ze konden het woord van God horen en het kan wel op de directe weg door hen in ontvangst genomen worden of ook door overdracht, als de mens zelf niet in staat is om zijn hart bekwaam te maken om op te nemen. En de mens is dan niet bekwaam, wanneer zijn wil het hart er niet toe brengt om als klankbord te dienen. Dat wil zeggen om bereidwillig en blij aandachtig te luisteren, totdat de stem in het hart van de mens klinkt tot onbeschrijflijke vreugde van de luisteraar.
Want God zal met iedereen, die Zijn stem wil horen, spreken. Hij zal in het hart van elk mens de gave leggen om zowel berichten door middel van gedachten als ook klinkende woorden op te nemen en ze naar de hersenen te leiden, waar ze nu eerst verstandsmatig verwerkt worden en ze dus nu de mens toegestuurd worden, hetzij als heldere gedachten, hetzij als diepgevoelde woorden, die niets anders beogen dan licht en waarheid aan de mensen op aarde te brengen, voor zover deze gevraagd worden.
Amen
Vertaald door Peter Schelling