Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/1388

1388 Nieuwe levensbeschouwing – Fundament – Basis

22 april 1940: Boek 23

De gevolgen van een verblinde levensbeschouwing zullen binnenkort zichtbaar worden. Het af willen wijken van de normale manier van leven, het afwijzen van goddelijke wetgeving, de tegennatuurlijke manier van doen van degenen, die opkomen voor de nieuwe levensbeschouwing, laat een nieuwe geestelijke richting herkennen, die een uitwerking met verstrekkende gevolgen zal hebben.

Want het valt niet te ontkennen, dat er een nieuwe tijd aangebroken is, die wezenlijk van het verleden verschilt. Er wordt weloverwogen een andere manier van denken nagestreefd, die echter een volledig verkeerde wereldorde als doel heeft, want dat, wat tot nog toe het geestelijk welzijn van de mensen diende, moet nu zo veel mogelijk uitgeschakeld worden, dus zo goed mogelijk voor de mensen ontoegankelijk gemaakt worden. Daarentegen wordt elke inhoudelijke vraag aan een grondige beantwoording onderworpen en bijgevolg moet het aardse in het menselijk leven worden beschouwd als dat, wat tot de grootste daadkracht aanspoort en wat als enig waardevolle nagestreefd moet worden.

De mens heeft van oudsher te weinig acht geslagen op zijn geest en steeds beheerste het aardse leven en alles wat nuttig was voor het lichaam zijn gehele denken. Maar God en Zijn werkzaam zijn werden nog steeds door de mensheid erkend. Maar nu maakt de geest zich steeds meer los van de eeuwige Godheid. De mens heeft zich met de gedachte vertrouwd gemaakt, dat een Godheid niet onvoorwaardelijk aanvaard hoeft te worden. Dat een afwijzen van de eeuwige Godheid niet het einde van het bestaan betekent.

De mens gelooft ook zonder deze Godheid de aardse weg te kunnen gaan en probeert zich dus vrij te maken van iets, wat hij tot nog toe als onvrijheid, als belemmering van zijn voelen beschouwd had. Hij probeert de draden te doorbreken, die hem tot nog toe ketenden aan een wezen, dat zijn lot bepalen zou. Hij probeert zich vrij te maken van datgene, wat hem in zijn diepste innerlijk in zijn Schepper laat geloven. De toestand om volledig onafhankelijk in het aardse leven te staan, lijkt hem begerenswaardiger. Hij zoekt noch hulp bij een hoger Wezen, noch de toenadering tot dit Wezen. Hij wil volledig vrij zijn van alles, wat hem zou kunnen overheersen.

Dus bouwt hij voor zichzelf een gebouw, dat de tot nog toe bestaande fundamenten ontbeert. En dit gebouw zal als een kaartenhuis ineenstorten. Hij beproeft zijn krachten op een werk, dat zonder goddelijke hulp niet kan blijven bestaan. Want alle gedachtegangen van een mens, die zo’n verkeerde geestelijke richting hebben, zijn verkeerd. Wat de mensen proberen te verwijderen, is juist dat fundament, die de solide bouw garandeert. Dat fundament moet er beslist zijn, als het hele bouwwerk moet kunnen blijven bestaan.

En er zal geen steen van dit fundament mogen ontbreken, dus ook een levensbeschouwing, die de eeuwige Schepper wil accepteren, als dat wat Hij is, als een Wezen, die het lot van elk afzonderlijk mens leidt en bestuurt. Die Zich belichaamde in Jezus Christus om Zijn schepselen te verlossen. Maar de oprichting van het gebouw zal de mensheid nooit tot zegen strekken, want het gebouw, dat de wereld nu wil oprichten, zal zonder fundering ineenstorten, want de Bouwmeester van eeuwigheid af laat niet met Zich spotten en laat niet aan Zich voorbijgaan. En al willen de mensen zich vrij maken van God en Christus, in de grootste hulpeloosheid zullen ze Hem roepen en, als God Zichzelf aan hen laat zien, zullen ze hun vergissing herkennen.

Amen

Vertaald door Peter Schelling