Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/1367

1367 Maatregelen – Moraalleer – Opvattingen over wat goed is

2 april 1940: Boek 23

Het gaat voor jullie mensen om het oplossen van zulke belangrijke vraagstukken, dat alle dingen uiteengezet moeten worden, omdat alles in een bepaalde samenhang met elkaar staat. Niets van wat een mens doet, is onbelangrijk, als het effect hiervan met de ziel in verbinding gebracht kan worden. En iets kan dus schijnbaar goed zijn voor het welzijn van de mens, of het kan, menselijk gezien, onbelangrijk en toch voor de ontwikkeling van de ziel uiterst belangrijk zijn.

En juist nu ontaarden alle wantoestanden op een zodanige manier, dat de ziel in het ergste gevaar verkeert. Zonder scrupules wordt het voortleven van de ziel buiten beschouwing gelaten. Er wordt steeds alleen maar voor het aardse bestaan en zijn verbetering gezorgd en daardoor wordt de ziel steeds meer schade berokkend.

Het is een toestand, die een ingrijpen van goddelijke zijde noodzakelijk maakt, en dit kan alleen op zo’n manier gebeuren, dat de mensen de nutteloosheid van hun streven duidelijk gemaakt wordt, dat alle succes, dat ze tot nu toe behaald hebben met betrekking tot de vermeerdering van aardse goederen, binnen korte tijd broos geworden is. Ze moeten beseffen, hoe onstandvastig en waardeloos alles is, wat de inhoud van hun leven tot nog toe was, opdat ze hun hart daarvan losscheuren en iets nastreven, wat blijvende waarde heeft en dus onvergankelijk is.

Want elke waarschuwing om het wereldse streven te verminderen en alle zorg op de ziel te richten, is vergeefs, dus alleen een vreselijk vermanende en waarschuwende roep kan nog succesvol zijn. En dit is de enige hulp, die de ziel nog geboden kan worden. En bovendien moet ook de geest naar het inzicht in dit streven, dat onvermijdelijk tot de volledige ondergang van de menselijke ziel leidt, geleid worden.

Dit zijn de onverantwoorde maatregelen, die alles aangaan, wat geestelijke opheldering betekent en dus een einde maakt aan het streven van de geest. Deze maatregelen, die van heel verschillende aard zijn, hebben zo’n effect, dat de mens er steeds ijveriger op let om de aardse verplichtingen te vervullen en in dezelfde mate verwaarlozen ze de ziel. Deze maatregelen zijn dus tegen de eisen gericht, waar de ziel voor de opwaartse ontwikkeling voor geplaatst is, zodat degene, die deze maatregelen in acht neemt, nooit zo aan de ziel kan denken, zoals het bevorderlijk voor haar is.

De mens wordt in een uiterst gevaarlijke toestand gebracht, waar hij enerzijds de wereldse bepalingen moet nakomen, maar anderzijds gehoor zou willen schenken aan de stem van God en hij moet nu dus kiezen tussen het gebod van God of de mens. En dit zal hem uiterst deprimeren, als hij tenminste nog aan zijn ziel denkt. En alleen de Heer Zelf kan hem in deze nood helpen en hij mag dit vertrouwen op goddelijke hulp niet verliezen, anders zou elke bescherming hem in deze tijd kunnen ontbreken.

Jullie zullen deze woorden leren begrijpen als van jullie geëist wordt, wat jullie de grootste nood van het hart brengt, als jullie zwak zijn in het geloof, maar jullie je nog niet volledig van God gescheiden hebben. Het vervullen van deze geboden gaat volledig tegen de leer van Christus in. Een volledig nieuwe moraalleer zal het denken van de mens nog meer misvormen, en dat, wat een uiterst schadelijk effect voor de ziel heeft, zal de mens toegestaan worden.

En juist die grote nood van de ziel geeft God aanleiding tot geweldige veranderingen van de huidige levensomstandigheden, want dan is er nog de hoop aanwezig, dat de mens de wil van God herkent en ernaar streeft om die wil te vervullen, terwijl de mensheid dus alleen nog de wil van de heersers van de wereld herkent en hun verlangen vervult.

Het gevaar schuilt vooral daarin, dat zelfs degenen, die nog in het geloof staan, zich ideeën over wat goed is eigen maken, die geheel tegen Gods rechtvaardigheidszin ingaan. Dat ook in hen het beoordelingsvermogen al verzwakt is. Dat ze niet meer in staat zijn om te herkennen wat goed en verkeerd is en dat ze zich daarom positief opstellen ten opzichte van een handelen, dat geheel en al hun afschuw tevoorschijn zou moeten roepen.

Zo’n mens is nu dubbel geboeid. Hij moet eerst tegen volledig misvormd denken strijden, voordat hij aan zijn eigenlijke zielenarbeid kan beginnen. En talloze mensen verkeren in dit gevaar. En God wil hen op een buitengewone manier te hulp komen, opdat ze hun onrijpe geestelijke toestand nog herkennen, zolang ze nog op aarde verblijven.

Amen

Vertaald door Peter Schelling