Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/1357
1357 Onderwijs – Bescherming tegen dwaalleren – De geest van God
27 maart 1940: Boek 23
De regelmatige uitwisseling van gedachten tussen geesten is een doorlopend onderricht van de mens, wiens kennis nog leemtes vertoont en die er ooit toe in staat moet zijn om eveneens onderwijzend in aardse kringen op te treden. De wereld in het hiernamaals is voor de mensen nog niet ontsloten, want slechts aan weinigen kon tot nu toe de zuiverste waarheid overgedragen worden.
De mens heeft zich weliswaar steeds ingespannen om de sluier, die daar door Gods wijsheid over uitgespreid is, weg te nemen en zaken te doorgronden, die zijn interesse golden. Aan deze inspanningen lag zelden het pure verlangen naar de zuivere waarheid, de drang om kennis te hebben van het werkzaam zijn van God, ten grondslag. Veel meer was een zekere aardse weetgierigheid de drijfveer voor zulke onderzoekingen en daarom zijn de uitkomsten niet altijd vrij van dwalingen.
Want de mens, wiens weetgierigheid in aardse aspiraties zijn grondslag heeft, komt makkelijk in het gevaar, dat het door de tegenstander gebruikt wordt voor de verspreiding van dwalingen. Want alles, wat de mensen graag horen, leggen de krachten van de tegenstander via de gedachten in het bewustzijn van de mensen. De gevolgtrekkingen of uitkomsten zullen dus steeds overeenstemmen met dat, wat de mens zich voorgesteld heeft. En deze denkbeelden zijn weer in meer of minder mate overeenkomstig de waarheid, al naargelang het verlangen naar de waarheid over geestelijke zaken in de mens overheersend of slechts minimaal aanwezig is.
Als er echter een constant verkeer met de geestelijke kracht ontstaan is, als het de mens door zijn levenswandel gelukt is om de goddelijke geest in zich op te wekken, zodat deze de mens nu onderwijst, dan veronderstelt dit opwekken van de geest van God in de mens al het diepste verlangen naar de waarheid. En het aanroepen van de goede geestelijke kracht, het gebed om de zegen en genade van God, beschermt het nu ontvangende mensenkind tegen elke dwaling. En daarom stemmen de resultaten van zulk regelmatig onderwijs over de waarheid hiermee overeen en hier kan nu gerust op gebouwd worden en elke gedachtegang kan hiervan uitgaan.
De mens loopt wel heel gauw het gevaar om te struikelen, dat wil zeggen dat hij rekening houdt met zijn verlangens. En deze verlangens kunnen ook af en toe een aards tintje aannemen. Maar dan zal de geest van God in de mens zich niet of met veel moeite uiten en daardoor het ontvangende mensenkind niet onmiddellijk weer op de juiste weg leiden. Maar nooit kan de geest uit God zich bewust in dwaling verliezen, en nooit zal de mens, die het erom te doen is God de Heer te dienen, om reden van eigenliefde zijn verlangen naar de waarheid opgeven en zich ertoe lenen om onwaarheden op te nemen en neer te schrijven. Want een mens, die voor zo’n taak gesteld is, is zich hier goed van bewust. Zijn streven betreft alleen het geestelijke welzijn van de medemensen en daarom weigert de geest uit God in de mens om dwaling in de wereld te brengen.
Dus daarom zal een zuiver geestelijke verbinding van de aarde naar het hiernamaals de zekerste bescherming tegen dwaalleren zijn. Want degene, die in deze verbinding staat, zoekt de waarheid en de gever is eveneens een drager van de waarheid, omdat de zoeker naar waarheid alleen een dergelijk persoon als leermeester aantrekt. Er vindt dus niets onwaarachtigs toegang tot deze kring, want het verlangen naar de waarheid zelf stelt de grenzen, die een onecht wezen niet kan overschrijden.
Zolang dus het streven van de mens, die onderwezen wordt, alleen God en de waarheid te dienen is, zolang de mens maar probeert om de goddelijke genade te ontvangen en daardoor lichamelijk en wat de ziel betreft te rijpen, zolang geen enkel succes hem ertoe brengt om aards gebruik te maken van de gaven, die hij ontvangen heeft, maar alleen de liefde voor God en de naasten het motief is, die hem ertoe brengt om deze verbinding met het hiernamaals tot stand te brengen, zo lang zal ook de Gever van datgene, wat de mens ontvangt, God Zelf zijn en elk resultaat zal dus de zuiverste waarheid zijn.
Amen
Vertaald door Peter Schelling