Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/1356
1356 Valse influisteringen – Waakzaamheid
27 maart 1940: Boek 23
De inspanningen van de vrienden in het hiernamaals om vreemde influisteringen ver van u weg te houden, zijn vergeefs als uw wil deze influisteringen niet tegelijkertijd weerstaat. Degene, die de kennis van bovenaardse zaken voor jullie verborgen houdt, zolang jullie mensen de rijpheid van de ziel nog niet hebben, zal het tijdstip wel herkennen, wanneer jullie dit geboden mag worden. En daarom is de mens pas dan tot een beoordeling in staat, als zijn geest zich met het onderwijzende wezen in het hiernamaals verenigt. Het zijn onvoorstelbare ideeën, die de geest van de mens nadenkend laat worden en het verlangen naar opheldering zal u vervullen. Maar de geestelijke staat van de mens sluit een toereikende verklaring uit, als een geestelijk schouwen de mens niet in dat rijk binnenleidt.
U moet alle twijfel laten varen, als de Heer Zich aan u bekendmaakt, maar ook heel voorzichtig zijn met verklaringen van onvolmaakte geestelijke wezens. En u kunt dit onderzoeken en u dus met vertrouwen aan uw oordeel overgeven. Als het aangebodene u opgewekt en vreugdevol voorkomt, dan weet u dat de Heer Zelf u dit toe liet komen. Maar innerlijke onvrede, het gevoel van onzekerheid, een stille afweer of afwijzen van hetgeen aangeboden wordt, is steeds een stille waarschuwing van degenen, die u alleen de zuiverste waarheid willen geven en over al uw denken waken, zodat het niet verkeerd geleid wordt.
En daarom moet u de zuivere waarheid steeds scheiden van datgene, wat wel met de beste bedoelingen ontvangen, maar ongecontroleerd uit het rijk van het hiernamaals aangeboden werd. U moet niet geloven, dat het hiernamaals zich onthult aan die mensen, in wie het verlangen naar een verklaring zich alleen op het lot van de overledenen concentreert. De Heer in liefde dienen, betekent niet het loon en de verschrikkingen van het leven na de dood onthullen en dus door zulke beschrijvingen de mensen tot de juiste gang over de aarde te bewegen.
Als de mens in de liefde leeft, zal zijn geest zelf de wil van God bekendmaken, maar God laat niet toe, dat degenen, die nooit de drang naar de waarheid in zich bemerken, wederrechtelijk een blik in het leven in het hiernamaals mogen werpen. Dus de geest van degenen, die God waarachtig zoeken, zal alles wat God Zelf hen als waarheid wil laten herkennen, eigen maken, en wat in de mens alleen maar de geringste afwijzing veroorzaakt, zal dus van geen belang en zonder waarde zijn. In sprakeloze eerbied ten opzichte van het goddelijke woord blijven en aandachtig naar de innerlijke stem luisteren, waarborgt de zuiverste waarheid. Maar plaats datgene, wat jou van de andere kant aangeboden wordt niet binnen het bereik van jouw beschouwingen, opdat het de heldere blik niet vertroebelt en hinderlijk wordt voor het aanbieden van de zuivere waarheid.
Amen
Vertaald door Peter Schelling