Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/1168

1168 Goddelijke zegen – Streven naar de opwaartse ontwikkeling van de ziel

9 november 1939: Boek 20

Ik beloof Mijn zegen aan degenen, die Mij navolgen. Die alles doen, wat overeenkomt met het gebod van de goddelijke liefde en die zich geheel aan Mijn wil onderwerpen. En dus zal degene, die onvoorwaardelijk alles op aarde opgeeft om geestelijke goederen te ontvangen, zich in Mijn voortdurende welwillendheid mogen verheugen. Hij zal van Mijn blijvende zegen verzekerd zijn en hij zal het niet nodig hebben om gebrek te lijden, want als de ziel Mij aangeboden wordt, zal ook het lichaam geen gebrek lijden, opdat de arbeid aan de ziel niet geschaad wordt.

Aan het streven op aarde mag geen einde komen, want zolang de mens op aarde verblijft, zijn hem mogelijkheden geboden, die tot zijn voltooiing dienen. Het einde van het aardse leven is voor iedereen bepaald met het wijze vooruitzicht op wat komen gaat. En omdat niemand zijn einde van tevoren weet, moet de tijd op aarde gebruikt worden, zodat elke dag het terugroepen komen kan, zonder hem op te schrikken. En al het streven moet de opwaartse ontwikkeling van de ziel betreffen, maar de zorg voor het lichaam moet achteraan gezet worden. Het is onvergelijkbaar waardevoller voor de ziel om te denken aan het welzijn van de medemens, dan voortdurend op het eigen welzijn te letten.

De mens in zijn uiterlijke omhulsel is vergankelijk. Dit omhulsel heeft slechts als doel om de ziel in zich te dragen. Daarom moet er ook steeds als eerste aan de ziel gedacht worden en de mens moet als zodanig alle gelegenheden, die het welzijn van de ziel kunnen dienen, benutten. En zo heeft de gang van de mens over de aarde pas dan waarde, wanneer het zielenleven verzorgd wordt, wanneer elke gedachte van de mens zijn geestelijke welzijn betreft.

De kwalen van het lichaam zijn vaak nodig om de ziel hulp te verlenen als ze slap en onverschillig begint te worden. Het arbeiden voor het zielenheil moet een voortdurende zijn, ononderbroken, als de gang over de aarde haar de laatste rijpheid moet brengen. De korte, voor u zwaar lijkende tijd op aarde, zal u nietig lijken met het oog op de heerlijkheid, die u ervoor in ontvangst mag nemen, als het aardse leven u de volmaaktheid gebracht heeft.

En als u Mij nu navolgt, als u zich erop toelegt om volmaakt te worden en al Mijn geboden met een blij hart vervult, als u niets doet zonder Mij en Mijn kracht te vragen voor al uw doen op aarde, zult u in Mijn liefde blijven en Ik zal u zegenen. En het leven zal gemakkelijk voor u worden, als u uw geestelijke welzijn boven al het andere zet en het aardse leven volgens Mijn wil leeft. En vraag daarom steeds om Mijn zegen, om Mijn genade, opdat de weg over de aarde voor u gemakkelijk begaanbaar lijkt en u uw doel bereikt.

Amen

Vertaald door Peter Schelling