Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/1131
1131 Deemoed van de geest – Arrogantie
9 oktober 1939: Boek 20
Zich oefenen in deemoed van de geest betekent een merkbare vooruitgang van de ziel. Jullie mensen weten vaak niet, hoe gemakkelijk en snel jullie de fout begaan geestelijk arrogant te worden. Dat wil zeggen dat jullie niet de gedachten tegengaan, die jullie hoogmoedig maken en jullie laten geloven dat jullie op geestelijk gebied onfeilbaar zijn.
Kijk, vaak is een kleine wenk al voldoende om je geroepen te voelen om jullie kennis naar voren te brengen, ofschoon jullie zelf nog niet in alle waarheid binnengedrongen zijn. En jullie verdedigen ijverig jullie mening, jullie laten alleen maar jullie mening gelden en jullie zijn volledig overtuigd van de waarachtigheid van jullie woorden. En toch vergissen jullie je. En dit alleen daarom, omdat jullie de kinderlijke deemoed verloren hebben en jullie dus geestelijk arrogant genoemd kunnen worden.
Jullie zijn goed door God onderwezen en God behoedt Zijn dienaren op aarde voor bewuste misleiding. En Zijn dienaren hebben ook de beste wil om de mensen te beschrijven, wat hun onderwezen werd, maar vaak komen ze in levenssituaties, die een zekere superioriteit bevorderen. En om deze te staven, voegen ze een kennis toe, die nog niet aan hem overgedragen was. Hij put uit een verstandelijke kennis, maar raadpleegt nooit het hart. Hij wacht dus niet het werkzaam zijn van de geest in hem af, maar anticipeert erop. Hij verhoogt zichzelf, waar hij in alle deemoed zou moeten volharden tot de goddelijke geest op hem neerdaalt. En dit is slechts een wijzen op het grote gevaar, dat een dienaar van God bedreigen kan, als hij de overdracht van de zuivere waarheid niet heel ernstig neemt. De overdracht van het zuivere woord van God.
Zolang echt ware naastenliefde de mens beheerst, zal het onmogelijk zijn, dat de diepe deemoed verdwijnt en dat in plaats hiervan de arrogantie tot uitdrukking komt, want ware liefde zoekt zijn eigen eer en het eigen voordeel niet. Ze schenkt de mens juist liefde, ze geeft en dat zonder enig voorbehoud, en ze zal ook voortdurend in de deemoed volharden, want ze heeft helemaal geen drang naar erkenning en geeft alleen maar aan de medemensen, zonder er voor zichzelf aanspraak op te maken, dat ze wijs en wetend is.
Voor de liefhebbende mens is het succes, dat hij voor de andere ziel behaalt, volop voldoende. Hij heeft geen ander streven, dan de duisternis van de geest van de medemensen op te heffen en verder blijft hij, wat hij tot nog toe was. Een ijverige, bescheiden dienaar van God, die in de diepste deemoed de gaven uit de hand van de Vader in ontvangst neemt en ze altijd bereidwillig doorgeeft. Want de hele goddelijke genade wortelt in de diepste deemoed. Geestelijke arrogantie echter betekent geestelijke stilstand en daarom waarschuwt de Heer jullie, Zijn dienaren op aarde, opdat jullie je opdracht vervullen en tot zegen werken, zolang jullie op aarde verblijven.
Amen
Vertaald door Peter Schelling