Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/1124
1124 Gebed – Kracht van de geest
2 oktober 1939: Boek 20
In directe verbinding te staan met geestelijke kracht bevordert de geestelijke ontwikkeling van de ziel, die in zijn onvoltooide toestand de steun dringend nodig heeft, buitengewoon. Een bewust vragen om deze kracht is van onschatbare waarde en moet dus ook successen opleveren, die duidelijk herkenbaar zijn. Maar een onverbeterlijke loochenaar van deze kracht vindt geen steun en de toestand van zijn ziel wordt daar onvermijdelijk door getroffen. Dat wil zeggen, de ziel wordt geen gelegenheid geboden om zichzelf te verheffen. Ze kan zich niet ontwikkelen en blijft dat, wat ze was, voordat ze het menselijke lichaam bewoonde.
En nu is hierin weer de verklaring te vinden, waarom de geestelijke staat van de mensen een zo laag peil vertoont. Het valt te begrijpen, dat juist de mens, die op zijn eigen kracht vertrouwt, zich niet meer verder ontwikkelt, maar steeds in dezelfde toestand blijft en zijn leven dus nutteloos genoemd kan worden, als hem niet van één kant opheldering gegeven wordt. Dus moet de mens er eerst op gewezen worden, dat hem onbeperkte kracht ter beschikking staat. Maar dat deze kracht zich pas dan openbaart, wanneer de mens door zijn gebed zijn wil tot het ontvangen van de kracht te kennen geeft. En dus wordt hij nu bedacht, ook als er telkens tegenstand tegenover gezet zou worden.
Deze kracht dringt zonder invloed van aardse hindernissen geleidelijk zo tot diens ziel, dat ze voelbaar de verlichting opmerkt. Dat ze van nu af aan waant in het licht te staan. Dat ze ijverig een bepaalde weg volgt, die haar het doel zeker belooft. En dat ze nu plotseling door dit licht, dat de eeuwige waarheid is, verlicht is. Ze zoekt niet meer, want ze heeft gevonden. Ze twijfelt niet, want ze gelooft. Ze onderzoekt niet, want ze weet. Ze aanvaardt alles, wat de geest haar bekendmaakt en dus uit de goddelijke kracht zich in haar en maakt nu het opstijgen naar de hoogte gemakkelijk.
Dus is deze kracht nooit een waanidee. Ze is veeleer voelbaar en van een zo buitengewone werking, dat deze ook puur uiterlijk al herkenbaar is, want ook het gehele uiterlijke leven van de mens neemt andere vormen aan. De mens kan gewoonweg niet in het oude volharden, als de kracht van de geest in hem werkt. Deze bewerkstelligt, dat alles zich verder ontwikkelt, zowel de ontwikkeling van de ziel, alsook lichamelijk een grotere gevoeligheid voor alles wat geestelijk is. En dus maakt ze de mens geschikt voor geestelijke schouwen en beleven. Ze maakt de ziel ontvankelijk voor al het hogere en het zuivere. Ze leidt haar naar hogere sferen en opent haar oog voor al het volmaakte. Want eens heeft ze dezelfde missie en moet ze dus onophoudelijk verhoging ervaren. Ze moet ernaar verlangen om in het licht te staan en ze mag dit licht niet onder de korenmaat zetten, opdat het in de omgeving schijnt en dus degenen, die nog dwalen in zekere zin als wegwijzer dient._>Amen
Vertaald door Peter Schelling