Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/1116
1116 Het leven volgens de goddelijke wil - Innerlijke stem
26 september 1939: Boek 20
De mens moet zichzelf met onverbiddelijke strengheid onderzoeken in hoeverre hij de wil van God nakomt. En hij moet zich steeds zijn doen en laten voor ogen houden. Hij moet in altijddurend streven steeds het juiste doen en de kracht van God daarvoor afsmeken. Hij moet zich er niet van laten weerhouden aan zichzelf te werken en hij moet zich steeds verantwoorden voor Hem en naar de innerlijke stem luisteren die hem terechtwijst als hij de verkeerde weg wil inslaan. Steeds volgens de wil van God te leven is alleen uitvoerbaar wanneer al het denken gericht is op de eeuwige Godheid, wanneer de liefde voor God de mens beheerst. Dan zal de mens ook steeds de wil vervullen van Degene die zijn ziel liefheeft.
Dit vereist echter ook zelfoverwinning. Want om de goddelijke wil te kunnen vervullen moet de mens gewillig afstand doen van alles wat hem aardse vreugde biedt. Hij moet offers kunnen brengen. Hij moet zijn wereldse begeerten bedwingen en alleen in de liefde voor God vervulling van zijn verlangen zoeken. Verder moet hij ook alles vermijden wat hem tot zonde zou kunnen verleiden. Dit zijn de gedachten die afzonderlijk willen bestaan en die niet overeenstemmen met de goddelijke wil. De vijand tracht juist op zulke zielen in te werken die God willen dienen en daarvoor acht hij elk middel goed. En zo probeert hij door influisteringen in de gedachten het strevende mensenkind af te brengen van zijn serieus streven om nader tot God te komen en daarom zal juist een worstelende ziel vaak strijd moeten leveren tegen zulke gedachten die als vijandige invloed moeten worden herkend en daarom afgewezen.
En wederom moet de innerlijke stem gehoor worden geschonken die het mensenkind juist onderricht op allerlei manieren. En dus zal ook elk gevaar worden overwonnen als de wil van de mens maar steeds bereid is zich aan de goddelijke wil te onderwerpen, als hij al zijn handelen en denken aan de Heer overlaat, Hem vragend om Zijn genade en om het juiste inzicht in alle zaken. De Vader in de hemel zal dit gebed van Zijn kind verhoren en zijn wandel op aarde zal waarlijk overeenstemmen met de wil van God. Want de Vader vraagt niets dan de vrije menselijke wil. Als Hem deze wordt geschonken, stuurt en leidt Hij Zijn kinderen zo, dat ze hun doel, het eeuwige vaderland, zeker bereiken.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte