1113 Loutering door het vuur van de liefde – Rijk van vrede op aarde

25 september 1939: Boek 20

De ziel zal gelouterd uit het vuur van de liefde tevoorschijn komen. En ze zal zich van haar huidige toestand bewust zijn en dankbaar inzien, dat de Vader haar wijs en liefdevol geleid heeft en haar voor de eeuwige ondergang behoed heeft. En de aardse levensloop zal haar nu als een schaduwbeeld lijken. Ze is overwonnen en kleeft slechts nog zwak in het herinneringsvermogen, omdat al het smartelijke de ziel nu niet meer treft. De nacht van de geest is voor het helderste, stralendste morgenrood geweken en de ziel baadt in hemelse gelukzaligheden.

Wie nu deze toestand van de ziel nog op aarde bereikt, legt het aardse lichaam enkel als een lastig omhulsel af en gaat onbezorgd door de poort de eeuwigheid binnen. Dit zuiveringsproces van de ziel moet echter van tevoren zijn begonnen. Het is immers anders onmogelijk, dat de ziel zich van alle afvalstoffen reinigt en kristalhelder tevoorschijn komt, zoals het vereist is voor het binnengaan in de lichtsferen van het hiernamaals.

Zolang de zuivering van de ziel niet volkomen voltrokken is, ontzegt ze zichzelf het binnengaan in deze sferen. Ze hecht op de één of andere manier nog aan de oude wereld en is nog niet volledig bevrijd, dus deze band moet eerst uit de weg geruimd worden. En dit is alleen maar mogelijk door de liefde, die tegenover het lijden gezet wordt. Door de innige liefde, waarmee de mens het leed van een ander uit de wereld zou willen helpen. En derhalve zal dit vuur van de liefde het laatste restant van de afvalstoffen, die de ziel nog aankleven, verteren en volkomen gezuiverd komt deze ziel uit het louteringsproces tevoorschijn.

Wie zich deze procedure voorstelt, zal nu ook herkennen in hoeverre de liefde een bevrijdende uitwerking heeft. Hij zal begrijpen, dat het enkel door de liefde mogelijk is om in het rijk van de eeuwige vrede binnen te kunnen gaan. En als de mensen elkaar onderling liefde geven, als ze zich inspannen om elkaar ver verwijderd te houden van lijden en als al het handelen en denken steeds de liefde voor de naaste en dus ook voor God vooropstelt, zal ook de aarde al het rijk van de vrede zijn en zouden de mensen zonder diep leed de gang over de aarde afleggen.

Maar waar de liefde sterft, is al het rijk van de duisternis. De tegenstander heerst en zet de mensen tegen elkaar op. En deze liefdeloosheid levert ernstige gevolgen op. Het omhulsel rond de menselijke ziel wordt steeds ondoordringbaarder. Er zijn immers geen andere methoden om dit omhulsel op te lossen, dan juist het beoefenen van de liefde.

Alles, wat goddelijk is, is helder, licht en doorzichtig. En dus moet de ziel ook helder, licht en doorzichtig zijn om zich met God te kunnen verenigen. En in dit besef moet ze zich van een middel bedienen, dat eveneens goddelijk is, namelijk de liefde. Dit middel heeft zo’n buitengewone kracht, dat het alle schuld kan delgen, alle boeien los kan maken, alle afvalstoffen weg kan smelten en al het vuil kan verwijderen. Dat het de ziel zuivert en deze ziel dus helder, licht en zuiver, door de liefde zo geworden, de verbinding aan kan gaan met de eeuwige Godheid._>Amen

Vertaald door: Peter Schelling

Deze openbaring is niet opgenomen in de themaboekjes.

Downloads

Download-aanbod voor boek _book
 ePub  
 Kindle  
  Meer downloads

Deze openbaring

 als MP3 downloaden  
Afdrukvoorbeeld
 Kladschriften

Translations