Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/1094

1094 Voordeel van de verbinding van de aarde met het hiernamaals

15 september 1939: Boek 20

Het is van een buitengewoon groot voordeel om een zuiver geestelijk contact met vrienden in het hiernamaals aan te gaan, want dit bevordert de rijpheid van de ziel in een veel kortere tijd. Alle geestelijke krachten worden als het ware gebruikt en dus goed benut. En deze kracht komt het mensenkind ten goede, want het eigen worstelen om de rijpheid van de ziel wordt in belangrijke mate vergemakkelijkt en het ondervindt onbegrensde ondersteuning van de kant van de geestelijke wezens, die zich eraan gelegen laten liggen het mensenkind te helpen in elke strijd, zowel geestelijk als ook aards. Zo’n verbinding van de aarde met het hiernamaals biedt een onnoemelijk voordeel en toch wordt er maar zo weinig acht op geslagen en wordt het zo weinig gewaardeerd.

Degene, die eenmaal deze weg heeft ingeslagen en zich onder de bescherming van de geestelijke leiders geplaatst heeft, is volop verzekerd tegen elke achteruitgang van zijn geest. Hij hoeft enkel van zijn wil te getuigen en hij zal in een zekere bescherming genomen worden en voortaan zal zijn aardse leven niet mee zo zwaar zijn, omdat alle lasten, die de mens tot nog toe bedrukten, bereidwillig door de beschermende wezens meegedragen worden en de mens deze lasten niet meer zo opmerkt, als hij om geestelijke kracht vraagt.

En daaruit kan opgemaakt worden, dat in deze tijd van nood op aarde de geestelijke wezens heel erg levendig en werkzaam zijn. Dat ze niets onbeproefd laten om het denken van de mensen op een geestelijke manier te beïnvloeden en hen zo verlichting te geven en ze dus als ware beschermgeesten werkzaam zijn. Zo’n verbinding is op elke manier goed. Ze onderwijst de mens op een uitputtende manier, versterkt en verlevendigt daardoor het geloof en draagt er zo in elk opzicht aan bij, dat de mens zich gewillig van de materie scheidt en zich vol ijver aan het geestelijke overgeeft.

En zo is het ook begrijpelijk, dat het voor de geestelijke wezens buitengewoon aangenaam en welkom is, als zo’n verbinding van de aarde met het hiernamaals aangegaan wordt. En ze spannen zich dubbel in om het mensenkind steeds zo te onderwijzen, dat het niet moe wordt van of verflauwt in het besluit om zich tot volmaaktheid omhoog te werken. Want het hangt van de onderwijzer af, dat de wil van de mens zich alleen maar meer op het geestelijke leven concentreert en dat dus draden vanuit het hiernamaals naar de aarde vastgeknoopt worden, die elke aardse noodsituatie overleven en dus volledig gescheiden moeten zijn van dat, wat de mens in tijden van zulke aardse nood beweegt.

Er wordt zo eindeloos omvangrijk door de zalige geestelijke wezens op de mensheid ingewerkt en de zwakste wil komen ze blij tegemoet. En dus zullen zulke gaven van boven met de grootste vreugde ontvangen worden, want eens zullen de mensen beseffen, hoeveel waardevoller het is om in deze buitengewoon volmaakte kennis te staan. Ze zullen steeds ijveriger de verbinding zoeken, want de liefde van het lichtwezen is op die manier op de lijdende mensheid bedacht en ze doet van haar kant het enige, dat ze kan doen. Ze geeft het mensenkind kracht in een onmetelijke vorm en wie zich van deze kracht bedient, kan nooit ten onder gaan, noch lichamelijk, noch geestelijk.

Amen

Vertaald door Peter Schelling