Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/1093
1093 Schepping – Natuurrampen – Aanwijzing
15 september 1939: Boek 20
Alle krachten in de natuur verenigen zich tot werkzaamheid voor de Heer. Schijnbaar willekeurig voegt de ene gebeurtenis zich bij de andere. Dit echter volgens de wil van Degene, Die alles bestuurt en leidt en alle machten van de natuur gehoorzamen aan deze goddelijke wil. Met dit feit voor ogen krijgen alle natuurlijke gebeurtenissen pas hun juiste betekenis. Wie hierin de zichtbare wil van de Heer herkent, is nu ook in staat om de omvang van datgene, wat nu over de aarde komen zal, te beseffen.
Een eeuwige verandering van alle gebeurtenissen in de natuur en toch weer de regelmatige terugkeer ervan leidt tot de verkeerde veronderstelling, dat de natuur zelf haar wetten veroorzaakt. Dat dus een gebeuren steeds het gevolg is van wat eraan voorafgegaan is, wat in een zeker opzicht ook niet te ontkennen valt. Echter is elk gebeuren in het plan van de goddelijke wereldordening voorzien. Weliswaar is in de natuur het één het gevolg van het ander, maar juist alleen maar daarom, omdat de Wetgever van eeuwigheid af Zijn wet juist zo en niet anders in de bestaande wereldordening ingevoegd heeft, waardoor dus alles door Zijn wil bepaald wordt.
En deze wil komt weer geheel overeen met de staat van rijpheid van al het geestelijke, dat de schepping in zich bergt met als doel de voltooiing. Deze staat van rijpheid tot volmaaktheid te brengen, is het doel van alle gebeurtenissen in het hele universum. En alle natuurverschijnselen, van welke aard dan ook, zijn steeds slechts de middelen tot dit doel. En daaruit blijkt weer duidelijk, dat nooit krachten uit de onderwereld, de tegenstander, ook aan het werk kunnen zijn bij enig gebeuren, dat in het scheppingswerk van God aan de dag treedt, zij het nu opbouwend, zij het verwoestend. Steeds is het heersen van de eeuwige Godheid daarin te herkennen, dat Hij niets willekeurig, dat wil zeggen zonder één of andere wijze bedoeling, laat gebeuren.
Wie op deze manier naar alle gebeurtenissen in de natuur kijkt, zal ook kunnen begrijpen, dat alleen de goddelijke liefde de drijvende kracht achter al het gebeuren is. Want alleen omdat de Schepper Zijn schepselen innig liefheeft en Hij hen het volmaakt worden mogelijk wil maken, heeft Hij talloze mogelijkheden geschapen, die allemaal dit doel dienen.
Derhalve is er niets in de wereld, wat doelloos zou zijn of ook maar een ander doel zou hebben, dan het uitrijpen van al het geestelijke te dienen. En dus moet ook elke ramp, al is haar uitwerking nog zo smartelijk, alleen op deze manier beschouwd worden. En daarin moet steeds louter de diepe liefde van de Schepper herkend worden, Die juist naar zulke middelen grijpen moet, omdat het geestelijke deels uit zijn vaste vorm bevrijd moet worden en deels door eigen wil zichzelf gevangen laat houden en dus gered moet worden, omdat het hele verblijf op deze aarde immers enkel een staat van volmaaktheid, een uitrijpen van het geestelijke, ten doel heeft.
Amen
Vertaald door Peter Schelling