Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/1089
1089 Het nieuwe geestelijke rijk – De val van de aardse macht
11 september 1939: Boek 20
De grootsheid van de machtige, die zich boven allen verheft, zal afnemen en zijn licht zal verbleken en de roem en de eer zullen verloren gaan. Want de Heer heeft voor iedereen grenzen getrokken en wie op de hoge troon zit, zal ten val komen. Wie heerst, zal moeten dienen of in armoede en nood wegzinken. Want er troont een Machthebber boven al het aardse en Deze verheft de kleinen en plaatst ze boven de groten. En er zal een rijk ontstaan, dat door liefde geregeerd wordt. Deze zal binnen zijn grenzen ware broeders herbergen en de één zal de ander dienen en alleen de wil van Degene, Die onvergelijkelijk liefdevol, goed en rechtvaardig is, eerbiedigen.
Alles, wat dit rijk vijandig gezind is, zal verzwakt worden en daarom zal de macht van de eerste toenemen en de macht van degenen, die een vete met Hem zoeken, zal zwak en nietig zijn. En waar de Heer de zwakken verheft en de machtigen ten val brengt, daar herkent de wereld de wil van God. En ze herkent Zijn rechtvaardigheid, wijsheid en almacht.
En degenen, die zich voor dit inzicht buigen, die zich overgeven en zich deemoedig schikken in de wet van de goddelijke ordening en zich daartegen niet verzetten, worden nog een taak toegewezen. Hun zal bekendmakingen toegestuurd worden met verrassende resultaten voor al degenen, die de Heer dienen en ze zullen uit de hele wereld samenkomen. En de vreemdste aanwijzingen en verklaringen hebben allemaal hetzelfde doel. Het moet de gemeenschap vormen van degenen, die het nieuwe rijk geestelijk levend moeten maken.
En zo zal God de Heer degenen, die van dezelfde geest zijn, samenbrengen. Hij zal elk hart verlichten, opdat het de stem van de Vader herkent en hier gehoor aan geeft. En hen zal het dan lukken om het nieuwe rijk tot bloei te brengen. Ze zullen geestelijk rijpen, ze zullen heerlijke vruchten dragen. En degenen, die van dezelfde geest zijn, zullen de dienaren van de Heer ondersteunen en het geestelijke rijk, dat niet meer naar de wereld, naar werelds aanzien en macht en heerlijkheid kijkt, maar alleen vurig naar de macht van het geestelijke en de goddelijke heerlijkheid verlangt, helpen opbouwen.
Dat de wereld nu haar tol moet betalen om de heerlijkheid van God te bevestigen, is voor de totale mensheid zo eindeloos waardevol, omdat pas dan, wanneer het geestelijke het aardse, het wereldse beteugelt, het geestelijke overwonnen heeft en ze de wereld met haar twisten en strijd, de pracht en praal van het aanzien, heeft overtroffen. De macht van het geestelijke zal sterk blijven en daarom ten opzichte van alle materie een aanzienlijk overwicht hebben en dus zal en moet het einde, dat een volledige scheiding van het geestelijke en alle materie brengen zal, ook nabij zijn.
De mensen wordt de meest volledige opheldering geboden, maar als ze deze afwijzen, moet de wereld door onheil van allerlei aard gekastijd worden. Want alleen op deze manier is een laatste redding en een toekeren van het schepsel naar zijn Schepper mogelijk. Schenk daarom aandacht aan de tijd, omdat de aardse macht ten val komt en weet, dat dan het moment gekomen is, dat jullie dicht bij het geestelijke rijk brengt. Weet, dat jullie dan moeten beslissen om hier voor altijd bij te horen of hier voor tijd en eeuwigheid van uitgesloten te worden.
Amen
Vertaald door Peter Schelling