Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/1063
1063 De uitstorting van de heilige geest
20 augustus 1939: Boek 20
De Heer wil jou een buitengewoon belangrijke les bekendmaken, die jullie mensen tot nog toe zeer misvormd en daarom moeilijk te accepteren onderwezen werd. Het is echter te belangrijk om er in het geheel geen aandacht aan te besteden. Dit geldt zowel in aards, alsook in geestelijk opzicht, want de voorbeschikte weg tijdens het aardse bestaan maakt een bepaalde rijpheidsgraad van de ziel mogelijk. Deze is echter afhankelijk van de heersende instelling van de mens ten aanzien van juist deze les.
Kijk, de uitstorting van de heilige geest wordt nog altijd niet volledig door de mensen begrepen en omdat ze de betekenis van de woorden nog niet begrepen hebben, kennen ze er ook geen betekenis aan toe en ze wijzen het daarom makkelijk af, hetgeen enorm nadelig is voor het mensenkind. Want het is niet alleen, dat het zelf in uiterste armoede van de geest voortgaat, het heeft geen begrip voor de gaven van de geest, die aan andere mensen gegeven worden en dat is er de oorzaak van, dat de mensheid geen enkele zichtbare uiting van goddelijke kracht erkent.
En als de mens ooit probeert zich voor te stellen, hoe kwellend de toestand voor hem zou zijn, als het hem niet lukt een gedachte vast te houden, wanneer steeds alleen maar een gedachte als in een flits opdook om direct weer uit het bewustzijn te verdwijnen, dan zou de mens proberen te beseffen, dat ook deze werkzaamheid van de gedachten aan een bepaalde ordening onderworpen moet zijn om als zodanig een doel en nut te hebben. En het zou dan al begrijpelijk voor hem zijn, dat dit gedachtengoed iets is, wat men niet naar believen af kan wijzen.
En er moet weer op gewezen worden, dat er toch geen kracht in het wilde weg het heelal ingestuurd wordt, maar volgens Gods wil daarheen geleid wordt, waar door de wil van de mens deze kracht als drager van energie geschikt is om zo’n kracht op te nemen. En het is de kracht uit de geest van God, die zich over de mensen uitstort, als ze maar de wil hebben, als vat te dienen en de uitstorting van de heilige geest is dus niet anders te begrijpen, dan dat God Zichzelf, dat wil zeggen Zijn kracht, Zijn geest mateloos aan diegenen geeft, die het willen ontvangen. Over degene, die om het heiligste uit God, Zijn uit Hem stromende geest, vraagt, die bewijst het waard te zijn en dus bereid is om te ontvangen, stort zich het heiligste, de kracht uit God, uit.
En de goddelijke geest ordent zo al het denken en voelen in de mens. De geest van God leidt het mensenkind de heilige waarheid binnen, in de diepste kennis. En de geest van God maakt zichzelf bekend door de mond van de mens. De geest in een bereidwillig mensenkind is bereid tot elk onderricht. De geest uit God, die zich nu door de mond van een mens kan uiten, wil alles aan de mensen bekendmaken en hun geven, wat bevorderlijk is voor hun zielenheil. En deze geest uit God moet op grond van zijn volmaaktheid natuurlijk ook dingen kunnen volbrengen, die voor de mens als zodanig onmogelijk zijn. Als de geest van God zich over een mens uitstort, is van een natuurlijk spreken, denken en handelen geen sprake meer. De goddelijke geest leidt de werkzaamheid van de gedachten. Hij leidt de wil tot woord en daad en het effect is het duidelijkste teken van zijn goddelijkheid.
En als u nu bedenkt, dat jullie allen, die over de aarde gaan, hetzelfde recht hebben om te vragen om de geest uit God en dat deze zich over iedereen uitstorten zal, als jullie je inspannen om ontvankelijk te zijn, dan zult u begrijpen, hoe enorm belangrijk het inzicht in deze gebeurtenis is en hoe weinig u deze allen toekomende genade gebruikt. Hoe armzalig u voortdurend in de geest bent, omdat u geen acht slaat op de bron van onschatbare geestelijke rijkdom en u de werkzaamheid van uw gedachten slechts in de allerkleinste mate actief laat worden en u ook nog weerstand biedt, waar u het bewijs geleverd wordt, dat alleen het willen ontvangen beoefend moet worden, als een mensenkind, die in de liefde werkzaam is, onnoemelijk overvloedig bedacht moet worden door de uitstorting van de heilige geest.
Amen