Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/1022

1022 Strijders voor het geloof – Macht van het geloof

24 juli 1939: Boek 19

De Heer kiest degenen, die Hem aan de hele wereld bekend moeten maken. En Hij geeft hun Zijn aanwijzingen en vormt hen tot goede strijders voor Zijn naam en Zijn woord. En zo is het ook jouw taak geworden om je te ontwikkelen, opdat je voor de Heer op kunt komen, als het nodig is. In de komende tijd is slechts één ding nodig: trouw te zijn ten opzichte van de Heer en Heiland en te strijden voor het geloof. Dan zal de goddelijke Heiland al het andere onder zijn hoede nemen. En er zal voor geen van Zijn strijders schade ontstaan, omdat hij zich aan de goddelijke Heer en Meester ten dienste aanbiedt.

Degene, die echter wankelmoedig wordt of zijn geloof helemaal opgeeft ter wille van armzalige aardse voordelen, zal ook een harde levensstrijd te doorstaan hebben en ondanks uiterlijk welzijn, hier niet aan kunnen ontkomen, want hij gaf Degene op, Die de leiding over het leven van het individu in de hand heeft. En zo zal hij bitter moeten boeten voor de ontrouw aan zijn Schepper.

Het juiste geloof is nog steeds een buitengewoon sterk wapen in de strijd tegen alle tegenslagen van het leven. En zelfs als de mensen heel erg van het geloof zijn afgedwaald, zullen ze zijn macht en kracht nog gewaarworden en beseffen dat degene, die zich gelovig tot de Heer wendt, onder de goddelijke bescherming staat, maar dat degene, die zonder geloof zijn weg over de aarde gaat, hulpeloos en verlaten is.

En zo zullen mensenkinderen, die willen geloven, die God toegenegen zijn en die bereid zijn om God te dienen goed onderwezen worden, opdat ze de mensen, die dwalen of zoekende zijn dit woord van God bekend zullen maken en dit woord van God over zullen brengen om hun geloof op te wekken of te versterken en hen over de liefde, dat het enige is, die de mens naar de hoogte leidt, zullen onderwijzen.

En degenen, die de Heer nu kiest, moeten ijverig hun taak vervullen. Ze moeten in voortdurende verbinding met de Heer blijven. Ze moeten de tussenpersonen zijn, die de goddelijke waarheid uit Zijn hand in ontvangst nemen en haar verder doorgeven aan degenen, die ernaar verlangen. En ze moeten degenen die dwalen goed onderrichten, opdat ze hun dwaling beseffen en het juiste geloof terugvinden.

En daarom gaan naar jullie, die de Heer willen dienen, de waarschuwingen uit om niet slap te worden, maar om er aller ijverigst naar te streven, dat jullie kennis toeneemt en dat jullie geestelijk tegen de taak opgewassen blijven. Dat jullie in alle liefde en geduld degenen onderrichten, die jullie om raad en hulp vragen en dat jullie voortdurend blijven bidden om wilskracht en volharding.

Deze taak moet voor jullie het belangrijkste op aarde zijn, zodat jullie het boven al het andere stellen. En jullie mogen niet moe worden om geestelijke goederen te verzamelen. Want pas dan, wanneer jullie deze zelf bezitten, zullen jullie ook kunnen geven en dan zal jullie volharding rijpe vrucht dragen en jullie en de medemensen tot zegen zijn. Want degenen, die de Heer dienen, zullen hun loon eens in de eeuwigheid ontvangen.

Amen