Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/1001
1001 Ondergeschikt maken van de wil – Inkijk in het vaderland van de geest
9 juli 1939: Boek 19
De eeuwige Godheid eist jullie wil op en de inzet van alle kracht. Jullie kunnen dus afstand doen van jullie wil, maar daarvoor onmetelijke goddelijke kracht in ontvangst nemen en de zin en het doel van jullie leven op aarde is ten volle vervuld. Want als jullie je wil ondergeschikt maken aan de Heer, leidt Hij jullie nu zo, zoals het nuttig voor jullie is en Hij geeft jullie de kracht om nu aan alle eisen te kunnen voldoen. Jullie is dan elke verantwoordelijkheid ontnomen, want deze hebben jullie bereidwillig aan de Heer overgegeven.
Jullie zijn in het volle bezit van goddelijke kracht. Het zal jullie dus niet zwaar vallen om dat te doen, wat de Heer door Zijn geboden van jullie verlangt. En zo bereiden jullie je ten volle op het leven in de eeuwigheid voor en jullie kunnen in volmaakte staat het aardse leven verlaten, want jullie hebben dan ook de liefde. Omdat in de liefde voor God het ondergeschikt maken van de eigen wil aan de goddelijke wil vereist is.
Waar het de mens echter aan liefde voor God ontbreekt, daar zal hij zich ook niet vrolijk onderwerpen, maar in opstand komen en de goddelijke wil tegen willen werken. Maar als kind van God moet het gevoel van liefde voor de Vader zwaarder wegen, dan al het andere en vanuit zo’n liefde wordt de wil geboren om Hem te dienen en Zijn geboden te onderhouden. Vergankelijke goederen moeten voor Hem opgeofferd worden. Daarentegen moet met alle ijver geestelijke rijkdom nagestreefd worden en moet er steeds enkel alleen aan de ziel, maar niet aan het lichaam, gedacht worden. En dan haalt de Vader in de hemel Zijn kind naar huis, want hij heeft zijn opdracht op aarde vervult.
En nu wil de Vader jou bekendmaken, hoe de geest, die in jou is, de bevrijding van jouw ziel van de materie nastreeft. Hij wil jou een kijkje laten nemen in het rijk, dat haar ware vaderland is, die de ziel alleen dan toegestaan is, als ze zich verenigd heeft met de geest uit God. De landschappen, die de verblijfplaats zijn van de met de geest verenigde ziel, lijken voor de toeschouwer vol harmonie en toch vol afwisseling. Want niets onvolmaakts kan zo’n ziel meer raken en haar ook overdrachtelijk niet verontrusten, want waar het licht straalt, is al het onzuivere ver weg en een één met haar geest geworden ziel staat in het licht.
Zodra de ziel nu de aarde of haar lichaam ontvlucht is, is al het zware, alle aardse last, van haar afgenomen. Ze ziet van dat moment af aan alles in stralend licht en wordt door het zware, dat de mensen treft, nu niet meer geraakt. En een onbeschrijflijk gelukzaligheidsgevoel maakt de nabijheid van de goddelijke Heiland bekend en het verlangen naar Hem is zo onmetelijk groot, dat de Heer dit verlangen, waaruit de liefde voor Hem ontspringt, met Zijn tegenwoordigheid bevredigt en dit is de essentie van alle gelukzaligheid voor Zijn schepsel, dat nu pas wordt, wat het van aanvang af was: een deel van de eeuwige Godheid en dus goddelijke liefdeskracht.
Deze kracht wordt doorgegeven aan het wezen, dat het gelukkige lichtwezen wil helpen, want het moet nu in dezelfde mate geven, als het ontvangt en deze toestand is onnoemelijk gelukkig makend en alles, wat zich aan het geestelijke oog van het lichtwezen aanbiedt, is van zo’n onvergelijkbare schoonheid. En het wezen verheugt zich in zijn vrijheid en denkt met ontzetting aan de boeien in het aardse leven, die het lange tijd gevangenhielden.
Als het de ziel nu gelukt is zich met de geest te verenigen, blijft al het zware, belastende ver weg en de ziel herkent nu pas, hoe nodig het bewuste streven naar deze vereniging was en hoe bedrukkend de geboeide toestand voor de geest was. En nu geldt haar streven het met de grootste ijver bevrijden van andere zielen uit hun gevangenschap. En ze doet nu van haar kant alles om hen ophelderend en helpend bij te staan en het is onbeschrijflijk bedrijvig en actief als het erom gaat de weg naar boven voor hen te vergemakkelijken, opdat ook deze zielen eens vrij worden en ze het rijk van de vrede binnen kunnen gaan._>Amen
Vertaald door Peter Schelling