Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/0978
0978 Gang over de aarde zonder Gods hulp
24 juni 1939: Boek 18
Hoor zo dan de goddelijke stem: De weg naar de hoogte is voor elk mens begaanbaar, als hij het met goddelijke hulp aflegt. Maar de weg is onoverkomelijk voor degenen, die Mijn hulp niet nodig hebben. En hoe hardnekkiger ze in de afwijzing volharden, des te hoger stapelen de hindernissen zich voor hen op. En het blijft een hopeloze strijd om deze te overwinnen. Het vermoeit de mens, hij geeft de strijd op en hij wendt zich naar de brede straat, die naar beneden leidt.
Alle instructies van boven sterven ongehoord weg, maar op de roep van de wereld wordt acht geslagen. En dit ten nadele van de ziel. En Mijn hulp en genade staan voor iedereen klaar, maar ze worden niet gebruikt. En de tijd op aarde snelt voort en zou voor de mensen toch onuitsprekelijke zegen op kunnen leveren, als ze acht op haar zouden slaan.
De liefde onder de mensheid sterft weg, en zo verzuimt de mens ook om door de liefdadigheid genade voor zichzelf te verwerven. En opnieuw gaat een hulpmiddel voor hen verloren en de ziel verkeert in grote nood. Want de mens verlost zichzelf niet, hij wijst ook nog eens alle genademiddelen af. Hij bedient zich ook niet van het gebed tot Mij, dat hem hulp zou kunnen brengen. En zo is hij gespeend van elke geestelijke spijziging. Hij verlangt niet naar de lafenis uit de hemel en hij gaat niet verkwikt en niet versterkt door het aardse leven, dat toch eisen aan hem stelt, als zijn ziel zich uit zijn boeien moet bevrijden.
Zo zal het er voor zulke zielen, die geloven Gods hulp niet nodig te hebben, troosteloos uitzien. En zonder liefdevolle hulp zal hen nauwelijks redding te brengen zijn. Maar Mijn liefde en Mijn erbarmen proberen deze zielen onophoudelijk op de juiste weg te leiden en ze roepen en lokken elk mensenkind, zodat het naar de Vader verlangt en vragend de handen naar Mij uitstrekt. Want Mijn liefde is eindeloos en ze kent geen grenzen.
Amen