Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/0975
0975 Afscheiding van de vijanden van God
22 juni 1939: Boek 18
De rechtvaardige afscheiding van alle zielen, die God vijandig gezind zijn, staat voor de deur. Want de Heere heeft deze tijd in woord en geschrift verkondigd. Het streven van de mensheid betreft niet meer de eeuwige Godheid, maar de vorst van deze wereld. De mensheid verzet zich bewust tegen het goddelijke en blijft dus onderworpen aan de tegenstander, die alle boze opwellingen in de mensen liet ontstaan en geen tegenstand vond.
En wanneer de mens zich nu zelf naar dat toekeert, wat hem verderf brengen moet, en hij geen geneigdheid tot de eeuwige Godheid in zich bespeurt, dan moet dit ook voor hem vervuld worden. En de scheiding tussen de zuivere en onzuivere geesten, tussen degenen, die God erkennen en de wezens, die Hem afwijzen, is van tevoren, sinds eeuwigheid, bepaald.
Niet de wil van God is er aanleiding toe, maar enkel en alleen de wil van de mensen zelf. En daarom staat de goddelijke Schepper geen onrechtvaardigheid toe en vervult Hij voor elk wezen, wat hij zelf vurig verlangd heeft. Degene, die aan de vorst van de leugen, de materie, ten prooi gevallen is, voelt zich goed in diens nabijheid. En daarom verlangt hij niet naar God. Want het geringste verlangen naar Hem, de liefdevolste Vader van eeuwigheid, zal nog op het laatste moment vervuld worden, want de Vader verlaat degenen niet, die aan Hem denken en Hem in de grootste nood herkennen.
Maar er zijn er velen, die tot aan het einde van het leven de Vaderliefde niet herkennen. Die God afwijzen en dus ook niet, zolang er nog redding mogelijk is, door Hem gegrepen kunnen worden. Hij kan niet tegen de wil van de mensen in bezit van hen nemen. En Hij kan nog veel minder de wil van de mensen onder dwang naar Zich toe leiden. En zo zal degene, die zijn verbondenheid met de eeuwige Godheid niet wil inzien en zich niet bewust naar Hem toe wil keren, aan de eeuwige dood vervallen. Voor de Zijnen daarentegen heeft de Vader alle gelukzaligheden van de hemel voorbereid.
En in het vervolg kan Hij het niet meer toelaten, dat de aarde een enorm aantal wezens herbergt, die niet meer aan Hem denken. En door hen dreigt er voor zijn ware kinderen gevaar. Want Zijn geest verspreidt zich over hen en elke gave uit de hemel zal door hen gehoond worden. En de afvalligen zullen in de meerderheid zijn en daarentegen is het handvol gelovigen klein en machteloos, als er voor hen geen hulp komt door de goddelijke wil. Dus wordt het gericht voorbereid. En ieder uur brengt de mensheid dichter bij dit onafwendbare gebeuren.
Het aardse leven wordt steeds hoger gewaardeerd en zal daarom voor menigeen, die een wrekende of straffende hand van God niet vreest, plotseling beƫindigd worden. Zijn geestelijke blindheid laat hem niet het grote gevaar herkennen, waarin zijn ziel verkeert. Maar al de geringste wil tot de waarheid zou voor hem tot hulp zijn om de dwaling te beseffen. In plaats hiervan schudt hij alles van zich af, wat hem opheldering zou kunnen geven, en houdt hij zichzelf voor wetend en verheven boven leringen, die op de eeuwige Godheid wijzen.
Neem er daarom kennis van, dat de wereld voor jullie ogen tot een puinhoop zal vervallen. De wereld, die voor jullie tot nog toe het hoogste was. Neem er kennis van, dat jullie van tevoren nog aanwijzing na aanwijzing toegestuurd zullen worden, opdat jullie je bedenken en de weg terug zullen vinden en jullie God de Heer erkennen als de Heer van de hemel en de aarde en dat jullie je gewillig aan Hem onderwerpen, opdat Hij jullie Zijn genade schenkt en Hij jullie redt uit de banden van de duisternis.
Amen