Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/0966
0966 Wereldse bedrijvigheid – Geestelijk streven en de kracht daarvoor
16 juni 1939: Boek 18
De wereldse verplichtingen vereisen van de mensen een ingespannen actief zijn en iedereen zal er volop belang bij hebben om zichzelf hier zo veel mogelijk aan te wijden. En elke afleiding, die geestelijk streven soms met zich meebrengt, wordt als hinderlijk voor de aardse werkzaamheid en dienovereenkomstig als impopulair beschouwd door degenen, die buiten de geestelijke stroming staan, respectievelijk degenen, die in de aardse werkzaamheid de eerste vervulling van hun leven zien. En deze mensen eisen nu ook van de medemensen een volledig opgaan in de aardse arbeid. En ze denken er niet aan, hoe onbelangrijk en waardeloos dit laatste is, als niet tegelijkertijd het geestelijk werkzaam zijn beoefend wordt en pas daardoor de aardse opdracht juist vervuld wordt.
Beide tezamen zullen steeds tot zegen zijn en de Heer geeft daarom steeds de benodigde kracht aan de vragende mens om zijn aardse werkzaamheid te volbrengen, als hij maar eerst aan de geestelijke opdracht denkt en haar volbrengt. Want de Heer heeft als werkelijke voorwaarde voor het bestaan op aarde de vervolmaking van de ziel gesteld. Hij heeft alleen voor dit doel de mensen de genade van de belichaming verleend en dus moet hier nu ook eerst gevolg aan gegeven worden en dan is voor het vervullen van de aardse werkzaamheid elke garantie gegeven.
Weliswaar zal de ziel, die de juiste weg nu gevonden heeft, met tegenzin de weg van de materie willen gaan. Voor haar zal de aardse arbeid nutteloos lijken, en een zekere tegenzin zal zich laten bespeuren bij degenen, die zich met ijver wijden aan het geestelijke streven. Maar dan is ook alleen het innige, vertrouwensvolle gebed nodig en deze kwade toestand zal dan heel spoedig overwonnen zijn. De ziel schikt zich in de haar opgelegde verplichting en ze vervult bereidwillig haar aardse opdracht. Ze schenkt echter haar hele liefde aan de eeuwige Godheid. En met het oog hierop gaat ze voortaan haar weg over de aarde, maar tot zegen voor iedereen, die binnen het bereik van haar liefdeswerken staan.
En nu volgen er tijden van volledige onderwerping aan de wil van God. En dit is van onnoemelijke waarde, want de mens, die met open ogen de weg van zo’n mensenkind volgt, herkent de genadevolle leiding van de Heer. De geestelijke arbeid zal een nog veel zegenrijker effect hebben. En de Heer geeft Zijn zegen ook in aards opzicht, waar in de eerste plaats aan de ware opdracht op aarde gedacht wordt.
Wordt daarom niet kleingelovig, als jullie geloven, dat jullie aardse werkzaamheid in gevaar verkeert. De Vader in de hemel leidt elk noodlot met liefdevolle hand en een ieder staat in rijkste mate geestelijke kracht ter beschikking en ze is voor hem nu ook onbeperkt toegankelijk, als hij deze kracht maar wenst te gebruiken. En Hij kijkt vol welgevallen naar Zijn kinderen, die bereid zijn om alleen Hem te dienen. Hij zal hen zegenen, zowel in dit leven, alsook in het leven in het hiernamaals en Hij zal hen behoeden voor lichamelijk en geestelijk verval.
Amen