Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/0957

0957 Erupties – Scheppingswerk – Onderzoekers

10 juni 1939: Boek 18

Zo is het echter niet mogelijk een gebeuren af te wenden, dat van eeuwigheid af voorbestemd is en dat weer alleen als doel de terugkeer van talloze afvallige zielen heeft. De binnenste gesteldheid van de aarde wordt steeds door het werkzaam zijn van geestelijke krachten beïnvloed en bijgevolg vindt er dan een eruptie plaats, wanneer het door de goddelijke Schepper toegelaten wordt en deze toelating wordt weer veroorzaakt door de wil van de mensen zelf. Omdat de mensheid door eigen schuld in een heel gevaarlijke zielentoestand verkeert, is deze ramp juist ter redding van hen voorzien. Dus uiteindelijk is de wil van de mensen zelf de oorzaak van de totale vernietiging of ook tot redding uit de diepste nood van de ziel.

Maar wat God in Zijn diepste wijsheid vanaf het allereerste begin besloten heeft, is voor de wereld verborgen. Maar aan degenen, die in Hem en volgens Zijn ordening leven, zal het bekend gemaakt worden, zoals het altijd gegaan is, doordat de Heer degenen kiest, die Zijn wil steeds weer aan de mensen bekend zouden moeten maken. Deze kennis valt echter niet te bewijzen en zal daarom in de zeldzaamste gevallen als waarheid aangenomen worden.

Maar nu verstouten wereldse onderzoekers zich een gebied binnen te gaan, dat voor hen ontoegankelijk is. Ze geloven verstandsmatig het plan van de goddelijke Schepper te kunnen doorgronden. Dat wil zeggen, dat ze proberen om door allerlei soorten berekeningen de effecten van de natuurwetten vast te leggen. Ze gaan zelfs zo ver, dat ze dit tijdstip van de zogenaamde ondergang van de wereld getalsmatig vaststellen en dus de goddelijke wil in zekere zin aan hun berekeningen willen onderwerpen.

De mens is zo klein ten opzichte van het totale scheppingswerk en hij matigt zich toch een kennis aan van zaken, die op grote afstand van hem staan, zo lang hij niet probeert om daar via de geestelijke weg te geraken. Hij herkent de enig juiste weg niet, maar anderzijds is hij bereid om heel snel te geloven, wat hem wetenschappelijk in overweging gegeven wordt. Het grootste verstand is werkelijk niet voldoende voor het doorgronden van de waarheid, maar het diepe geloof van een onwetend mens dringt de geheimen van de schepping binnen en brengt een onweerlegbare kennis aan het licht.

Daarom moet er nooit acht geslagen worden op wat de wereldse onderzoekers de mensen voorleggen, voor zover deze onderzoeken het scheppingswerk van God aanstippen, want dit gebied is ontoegankelijk voor hen, zolang ze zich niet inspannen om via de geestelijke weg een kijkje te nemen. Want de eeuwige waarheid wordt nu en te allen tijde door God Zelf aan Zijn kinderen op aarde aangeboden._>Amen

Vertaald door Peter Schelling