Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/0949

0949 Noodzaak van natuurrampen – Strijders van God

5 juni 1939: Boek 18

Mijn lief kind, de tijd, dat jij op aarde voor Mij moet werken, is gekomen. Er is een geweldig gebeuren in aantocht en er is voor de mensen op aarde geen enkele mogelijkheid om dit gebeuren te ontvluchten of om er achteloos aan voorbij te gaan. Zelfs de hardnekkigste en meest ongelovige mens zal in zijn huidige opvatting sterk geschokt worden, want hij beleeft iets wat nog nooit is gebeurd. En het wanhopige geroep van de mensen, die te midden van deze gebeurtenissen staan, zal alle oren binnendringen. Ze zullen om redding smeken, maar Ik kan hun gebed niet verhoren. Toch zullen vele duizenden zichtbaar Mijn heersen herkennen en terugkeren naar het geloof in Jezus Christus als Verlosser van de mensheid.

En zo wil Ik, dat al Mijn getrouwen zich in stilte verenigen. Dat ze als een muur te midden van de afvallige wereld staan en zich voor Mijn naam inzetten om de wereld aan de hand van de onafwendbare gebeurtenissen attent maken op Mijn overgrote liefde en barmhartigheid. Ik kies daarom ook Zelf Mijn strijders uit en Ik wil, dat ze in alle trouw en toegenegenheid bij Mij staan.

Een volledig nieuwe wet moet de mensen ertoe aanzetten om Mij uit hun gevoelsleven te verwijderen. Wat een dwaze onderneming. Waar de mensheid Mijn strijders wil vernietigen of onschadelijk wil maken, daar ben Ik Zelf en vul Ik de leemtes op. En Ik scheid daarom al het onbruikbare in zo’n moeilijke tijd af. Ik laat ook geen van Mijn strijders zonder bescherming.

Maar hoe Ik kom, zal jou niet verteld worden. Maar Ik kom onverwacht, en in elke vermomming. Degene, die Mij in zich heeft, zal Mij herkennen en aan hem wil Ik Mij ook te kennen geven. En zo wil Ik jou ook met alle kracht bedenken en jou het volgende te denken geven: (onderbreking)

Vertaald door Gerard F. Kotte