Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/0913
0913 Onderzoeken van de openbaringen – Meest gelovige toewijding – Waarheid
14 mei 1939: Boek 18
Sla acht op de woorden, die je vandaag ontvangt: Het is wel onbeschrijfelijk moeilijk voor degenen, die het woord van God opnemen om in hetzelfde vertrouwen te blijven. En het vereist van hen het sterkste geloof om zonder twijfel elk woord op te nemen als goddelijke openbaring. Maar in het besef, dat elke gave van boven onderhevig is aan de goddelijke bescherming, is het van het grootste belang, dat de ontvanger zich in het volste vertrouwen aan de goddelijke leiding overgeeft. Dat hij steeds alleen maar aanneemt en het ambt van het ontvangen en doorgeven vervult. Het is niet zijn opdracht om elke gift te beoordelen, want de Heer bedenkt van Zijn kant in alle wijsheid, wie hij daartoe voorbestemd heeft. En anderzijds heeft het mensenkind nooit de bekwaamheid om een goddelijke gave te onderzoeken op haar waarachtigheid.
De juiste weg naar de hemelpoort is alleen met de meest gelovige toewijding begaanbaar. De goddelijke kracht en de goddelijke wil heersen over alle macht van de duisternis. Er hoeft dus niet gevreesd te worden dat een naar God verlangend kind zich zal verliezen in de valstrikken van het kwaad. Want dat het kind de eeuwige Godheid, zijn Verwekker en Vader, nastreeft, is immers Zijn kracht, Zijn bescherming en Zijn zekerheid. In zo’n verlangen kan de tegenstander de mens niet naderen en dus ook zijn invloed niet laten gelden, doordat ze zich op dezelfde manier uit en de wil van de mens voor zijn lage doeleinden bruikbaar maakt.
Jullie mensen op aarde verkeren in een zekere toestand van dwang. Jullie slaan veel te veel acht op de aardse verschijnselen, jullie herkennen niet de oorsprong en het fundamentele kwaad van het verkeerde denken. Een mens, die de Godheid zoekt, spant zich toch in om aan de tegenstander te ontsnappen. En waar de mens bewust stelling tegen neemt, dat gaat ook aan hem voorbij. En machteloos moet de tegenstander kijken naar het steven van de mens. En hij heeft geen invloed, tenzij de mens in zijn zwakheid terugvalt en zichzelf weer in de hand van de tegenstander overgeeft.
Maar de wil, die de Godheid betreft, en die steeds alleen de vereniging met Hem nastreeft, is niet door de andere kant aan te tasten. En dus hoeft de mens ook nooit te vrezen, dat in zulke bekendmakingen van boven de geest van onwaarheid zich zou kunnen uiten, en dus zijn alle bedenkingen, die een gemoed die de waarheid lief heeft, onrustig zou kunnen maken, ongegrond. De Vader in de hemel kiest wel de goede strijders voor Zijn naam uit. En Hij zal elke bedenking weten op te heffen, want de geest uit God is buitengewoon wijs, liefdevol en rechtvaardig. En jij mag je getroost aan Zijn leiding overlaten.
Amen
Vertaald door Peter Schelling